Scannen vanuit manuele modus / Werken met de manuele modus van EPSON TWAIN

Overzicht van het venster voor de manuele modus

In de manuele modus zijn er veel meer opties beschikbaar voor een grotere controle over uw scans. In de manuele modus kunt u de beelden vóór het scannen bewerken, corrigeren of optimaliseren of een voorbeeldscan bekijken.

Het venster van de manuele modus bevat de volgende onderdelen en knoppen. In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van alle onderdelen en functies.

Knop

Naam

Functie

-

Documentbron

Hiermee selecteert u de gewenste bron. Zie Een documentbron selecteren.

-

Beeldtype

Hiermee selecteert u het type afbeelding dat u wilt scannen. Zie Een beeldtype selecteren.

-

Bestemming

Hiermee selecteert u een bestemming of uitvoerapparaat. Zie Een bestemming selecteren.

-

Resolutie

Hiermee bepaalt u de resolutie. Zie De resolutie instellen.

-

Beeld verscherpen

Hiermee verhoogt u de scherpte. Zie De optie Beeld verscherpen selecteren.

-

Bronveld

Het formaat van de afbeelding dat wordt weergegeven of dat geselecteerd is in het Voorbeeldscan-venster. Zie Beeldformaat van bron en doel opgeven.

-

Doelveld

Het formaat van de afbeelding die wordt gecreëerd. Zie Beeldformaat van bron en doel opgeven.

Beeldbewerking

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie De helderheid en het contrast aanpassen.

Tooncorrectie

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie Een voorgedefinieerde toonkromme toepassen of Toonkromme-instellingen vastleggen.

Kleuraanpassing

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie Kleuren aanpassen.

Automatische belichting

Hiermee wordt de belichting van de afbeelding automatisch geoptimaliseerd. Zie De knop Automatische belichting gebruiken.

Resetten

Hiermee maakt u alle gewijzigde beeldbewerkingsinstellingen ongedaan en keert u terug naar de standaardinstellingen. Zie Werken met de knop Resetten.

Automatisch lokaliseren

Hiermee geeft u de scanner opdracht om de doelafbeelding automatisch op te zoeken en te selecteren. Zie De knop Automatisch lokaliseren gebruiken.

90° draaien

Hiermee draait u de geselecteerde afbeelding een kwartslag. Zie De knop 90° draaien gebruiken.

Spiegelen

Hiermee geeft u de geselecteerde afbeelding weer in spiegelbeeld. Zie De knop Spiegelen gebruiken.

Volledige voorbeeldscan

Hiermee maakt u een voorbeeldscan van de volledige afbeelding. Zie Werken met de knop Volledige voorbeeldscan.

Ingezoomde voorbeeldscan

Hiermee maakt u een voorbeeldscan van een deel van de afbeelding in het Voorbeeldscan-venster. Zie Voorbeeldscan.

Ingezoomde voorbeeldscan

Hiermee geeft u de geselecteerde miniatuurafbeelding ingezoomd weer. Zie Miniatuurvoorbeeld.

Terugkeren

Hiermee geeft u de afbeelding opnieuw weer in de miniatuurweergave van de ingezoomde voorbeeldscan. Zie Miniatuurvoorbeeld.

Scannen

Hiermee scant u de afbeelding of het actieve selectiekader in het Voorbeeldscan-venster. Zie Werken met de knop Scannen.

Instellingen

Hiermee geeft u alle instellingen weer voor de gemaakte voorbeeldscan. Zie Werken met het dialoogvenster Instellingen.

Configuratie

Hiermee legt u de instellingen vast die van toepassing zijn op het Voorbeeldscan-venster. Zie Configuratie-instellingen vastleggen.

Automatische modus

Hiermee schakelt u over naar de automatische modus. Zie Een afbeelding scannen.

Sluiten

Hiermee sluit u het venster van de manuele modus.

Help

Hiermee opent u de on line-Help.

Opmerking:
  • Als sommige instellingen grijs worden weergegeven of helemaal niet zichtbaar zijn in de manuele modus, kunt u de betreffende opties niet selecteren. Dit hangt af van uw andere instellingen.
  • Raadpleeg de on line-Help voor meer informatie over de TWAIN-instellingen.

Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
De meeste illustraties in dit gedeelte zijn voor Windows. Ze kunnen verschillen van wat u op uw scherm te zien krijgt. De instructies zijn echter dezelfde, tenzij anders vermeld.


[Boven]


Volgende