Scannen vanuit manuele modus / Werken met de manuele modus van EPSON TWAIN

Een bestemming selecteren

De keuzelijst Bestemming
De knop Bestemming

Met Bestemming kunt u de toepassing of het uitvoerapparaat opgeven waarvoor de gescande afbeelding bedoeld is. In de keuzelijst Bestemming kunt u allerlei voorgedefinieerde en zelfgedefinieerde instellingen selecteren. Met de knop Bestemming kunt u de betreffende instellingen meer gedetailleerd aanpassen.

De keuzelijst Bestemming

De keuzelijst Bestemming bevat de volgende voorgedefinieerde instellingen en alle door uzelf (in het dialoogvenster Bestemming) opgeslagen instellingen. Klik op de pijltjes rechts om alle beschikbare instellingen te zien.



Naam bestemming

Resolutie

Zwart-wit

Grijs/kleur

Scherm/web

96 dpi (voor Windows)
72 dpi (voor Macintosh)

96 dpi (voor Windows)
72 dpi (voor Macintosh)

Fax

200 dpi

200 dpi

OCR

300 dpi

300 dpi

EPSON Stylus-printer (fijn)

360 dpi

150 dpi

EPSON Stylus-printer (foto)

720 dpi

300 dpi

Laserprinter

600 dpi

200 dpi

Als u een EPSON Stylus-printer gebruikt en gescande afbeeldingen wilt afdrukken met in uw printersoftware de instellingen voor zuinig, normaal of fijne afdrukkwaliteit geselecteerd, raden wij u aan om de optie EPSON Stylus-printer (fijn) te selecteren. Als u afdrukt met de instelling superfijn of fotokwaliteit, selecteert u EPSON Stylus-printer (foto).

Opmerking:
Het resultaat van de instellingen die u selecteert bij Bestemming kan niet worden weergegeven in het Voorbeeldscan-venster.


[Boven]

De knop Bestemming

Met de knop Bestemming opent u het dialoogvenster Bestemming, waarin u de instellingen voor de resolutie kunt selecteren en waarin u uw eigen instellingen kunt opslaan en toevoegen aan de keuzelijst Bestemming. Dit wordt hierna beschreven.

Klik op de knop Bestemming. Het volgende dialoogvenster verschijnt.

Opmerking:
Wanneer het miniatuurvoorbeeld is geactiveerd, wordt de knop Bestemming niet weergegeven.

Als u de door u geselecteerde instellingen wilt opslaan, typt u een nieuwe naam in het tekstvak Naam bestemming en klikt u vervolgens op Opslaan. Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, selecteert u de betreffende naam in de lijst en klikt u vervolgens op Verwijderen.

Als u de geselecteerde instellingen wilt toepassen, klikt u op OK. Als u de instellingen wilt annuleren, klikt u op Annuleren.

Naam bestemming

In de keuzelijst Naam bestemming worden alle voorgedefinieerde instellingen en uw eigen aangepaste instellingen weergegeven.

Resolutie

Selecteer de gewenste scanresolutie bij Zwart-wit of Grijs/kleur. U kunt een van de standaardinstellingen uit de keuzelijst selecteren, maar u kunt ook zelf een waarde invoeren in stappen van 1 dpi tot 6400 dpi. De hoogste resolutie die u kunt instellen is 12800 dpi.

Opmerking:
  • Wanneer de instelling bij Pixeldiepte in het dialoogvenster Beeldtype op Zwart-wit wordt gezet, wordt de instelling bij Zwart-wit van kracht. Bij alle overige instellingen voor de pixeldiepte gelden de instellingen bij Grijs/kleur.
  • Wanneer Resolutie op Zwart-wit staat en u wilt uw gescande document afdrukken, selecteer dan dezelfde resolutie als de instelling die u hebt gekozen in het printerstuurprogramma. Als u het gescande document wilt afdrukken met Resolutie op Grijs/kleur, selecteer dan een resolutie tussen 150 en 300 dpi. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt een afdruk met de instelling Grijs/kleur meer tijd in beslag, terwijl de kwaliteit van de afdruk niet beter is.
  • De instelling die u kiest bij Resolutie hangt nauw samen met de instellingen voor de afbeeldingsgrootte en de vergroting. Als u hier willekeurig iets aan verandert, kan het resultaat afwijken van wat u verwacht.


[Boven]


Vorige

Volgende