Probleemoplossing
Afdrukproblemen die geen verband houden met de afdrukkwaliteit
Onjuiste of verminkte tekens
Onjuiste marges
Omgekeerd beeld
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Vegen aan de onderrand
Het afdrukken verloopt te langzaam
Probeer deze oplossingen als een van de volgende problemen optreedt.
Onjuiste of verminkte tekens
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Zorg ervoor dat uw printer en printerdriver goed zijn ingesteld.
-
Gebruikers van Windows Me of 98 kunnen alle onderbroken taken uit de Spool Manager verwijderen. Raadpleeg voor instructies EPSON Spool Manager gebruiken bij gebruik van Windows Me en 98.
-
Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.

[Boven]
Onjuiste marges
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Controleer de instellingen van de marges in uw toepassing. Zorg ervoor dat de marges binnen het afdrukgebied van de pagina vallen. Zie Papier voor meer papierspecificaties.
-
Controleer de instellingen op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of die in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt.
-
Als u probeert af te drukken zonder marges, maar er blijft wel een witte rand rond uw afdruk zichtbaar, controleer dan de oorspronkelijke fotogegevens. Ook is het mogelijk dat de digitale camera (of het apparaat waaruit de gegevens afkomstig zijn) automatisch marges toevoegt om de juiste beeldverhouding te handhaven.

[Boven]
Omgekeerd beeld
Schakel in de printersoftware het selectievakje Horizontaal spiegelen of de instelling voor Spiegelen in uw toepassing uit. Zie de online-Help bij de printersoftware of bij uw toepassing voor instructies.
Raadpleeg bij gebruik van Macintosh het gedeelte Geavanceerde instellingen gebruiken voor meer informatie.

[Boven]
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Zorg ervoor dat uw printer en printerdriver goed zijn ingesteld.
-
Controleer de instellingen op het tabblad Papier (Windows) of die in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt.
-
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
Zie De printkop reinigen.
Voer na het uitproberen van een of meer van deze oplossingen een printercontrole uit om het resultaat te controleren. Raadpleeg Een printercontrole uitvoeren voor meer informatie.

[Boven]
Vegen aan de onderrand
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het naar boven omgekruld is.
-
Zet de instelhendel op
en schakel het selectievakje Hoge snelheid in het dialoogvenster Geavanceerd van de printersoftware uit. U kunt het dialoogvenster Geavanceerd openen via het tabblad Hoofdgroep (Windows) of het afdrukvenster (Macintosh), wanneer Aangepast is geselecteerd bij Modus. Om deze optie te kunnen uitschakelen kan het ook nodig zijn om de instelling Afdrukkwaliteit te wijzigen.

[Boven]
Het afdrukken verloopt te langzaam
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Controleer of de instelling bij Afdrukmateriaal in de printersoftware klopt.
-
Voor Windows: selecteer Tekst bij Afdrukkwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van de printersoftware.
Voor Macintosh: selecteer Automatisch als Modus in het afdrukvenster en verplaats de schuifbalk naar Snelheid.
Voor Windows-gebruikers: Kwaliteitstype.
Voor Macintosh-gebruikers: De modus Automatisch gebruiken.
-
Sluit alle toepassingen die niet echt nodig zijn.

[Boven]