Home
Scannen met de automatische documenttoevoer

Wanneer u wilt scannen met de automatische documenttoevoer kunt u het beste de kantoormodus gebruiken.


Opmerking:
  • Doe de automatische documenttoevoer nooit open tijdens het scannen. Anders krijgt u een foutmelding over een optie en wordt er verder geen papier meer ingevoerd.

  • Plaats geen documenten met verschillende formaten in de automatische documenttoevoer wanneer u van elke pagina slechts een deel wilt scannen.

Zorg ervoor dat de automatische documenttoevoer is geïnstalleerd en een document bevat. Zie Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen voor instructies.

Start EPSON Scan. Voor instructies:

Klik op de pijl van de keuzelijst onder Modus in de rechterbovenhoek van het EPSON Scan-venster. Selecteer Kantoormodus.

    Het venster van de kantoormodus verschijnt:

Geef bij Beeldtype aan wat voor type document u wilt scannen: Kleuren, Grijs of Zwart-wit.

Selecteer ADF bij Documentbron.


Opmerking:

Selecteer Automatisch zoeken als er verschillende formaten in de automatische documenttoevoer liggen.

Selecteer het formaat van uw origineel bij Grootte.

Klik op de pijl van de keuzelijst Resolutie en selecteer het aantal dots per inch waarmee moet worden gescand. Zie de onderstaande tabel voor enkele richtlijnen:

    Wat u met de gescande afbeelding wilt doen

    Geadviseerde scanresolutie

    Verzenden per e-mail, uploaden naar internet, alleen weergeven op een scherm

    96 tot 150 dpi

    Afdrukken, met OCR omzetten in tekst die kan worden bewerkt

    300 dpi

    Verzenden per fax

    200 dpi

Klik op de knop Voorbeeldscan onder in het EPSON Scan-venster.

    Van de eerste pagina wordt een voorbeeldscan gemaakt, die vervolgens wordt weergegeven. Daarna komt de eerste pagina weer uit de automatische documenttoevoer.


Opmerking:

De tweede pagina wordt door de automatische documenttoevoer geladen en uitgeworpen zonder dat er wordt gescand. Leg de pagina's weer in de juiste volgorde nadat ze uit de automatische documenttoevoer zijn gekomen.

Trek in het Voorbeeldscan-venster een selectiekader rond het gedeelte dat u wilt scannen.

Geef eventueel de gewenste instellingen op bij Beeldaanpassing (zie onderstaande tabel).

    Instelling

    Beschikbare modus (modi) en beschrijving

    Helderheid

    Hiermee bepaalt u hoe licht of donker de afbeelding in haar geheel is.

    Contrast

    Hiermee past u het verschil tussen de lichte en donkere delen van de gehele afbeelding aan.

    Unsharp Mask Filter (Beeld verscherpen)

    Hiermee worden de overgangen in een afbeelding scherper aangezet, zodat de hele afbeelding scherper lijkt. Als u deze optie uitschakelt, krijgt u zachtere overgangen.

    De-screening filter (Ontrasteren)

    Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen die zichtbaar kunnen worden in subtiele kleuren, zoals de huid. Ook krijgt u hiermee een beter resultaat bij het scannen van foto's uit tijdschriften of kranten die zelf rasters hebben gebruikt bij het drukken.

    Drempelwaarde

    Hiermee past u de aftekening van de zwarte delen van tekst en lijntekeningen aan. Dit verbetert de tekstherkenning van OCR-programma's. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer Beeldtype op Zwart-wit wordt gezet.

Klik op de knop Scannen om de pagina's te scannen.

Wat er na het scannen gebeurt, hangt af van de manier waarop u het scannen bent begonnen.

  • Als u met scannen bent begonnen door EPSON Scan te starten als zelfstandig programma, verschijnt het venster Instellingen voor Bewaar bestand. Zie Instellingen voor Bewaar bestand selecteren voor meer informatie hierover.

  • Als u met scannen bent begonnen vanuit een scanprogramma als ABBYY FineReader, worden de gescande pagina's geopend in het venster van het desbetreffende programma. Klik op Sluiten om het venster van EPSON Scan te sluiten en uw pagina's te bekijken in het andere programma.

  • Als u met scannen bent begonnen vanuit EPSON File Manager, verschijnen miniaturen van uw gescande afbeeldingen in het venster van EPSON File Manager.


Opmerking:

Als uw gescande afbeeldingen niet worden weergegeven, moet u links in het venster van EPSON File Manager de map selecteren waarin u de bestanden hebt opgeslagen.

    Als u uw gescande afbeeldingen wilt gebruiken in een van de projecten van EPSON Creativity Suite, moet u op het selectievakje onder de miniaturen klikken. De afbeeldingen worden dan weergegeven in het vak Mijn selectie onder in het EPSON File Manager-venster.

    Vervolgens selecteert u boven in het venster een van de volgende projectpictogrammen: