Scannen vanuit manuele modus / Het scannen optimaliseren

Aanbevolen volgorde voor de aanpassingen

Tijdens het scanproces past EPSON TWAIN automatisch de belichting en de kleuren van de gescande afbeeldingen aan voor een optimaal scanresultaat. U kunt ook met de hand aanpassingen doorvoeren met de diverse beeldbewerkingsfuncties. Dit gedeelte bevat algemene informatie over het optimaliseren van gescande afbeeldingen met behulp van deze functies.

Als u de afbeeldingen met de hand wilt optimaliseren, past u de onderstaande EPSON TWAIN-instellingen aan en u doet dat in de hier gegeven volgorde:

Helderheid en contrast aanpassen

Pas de helderheid en het contrast aan in het dialoogvenster Beeldbewerking. Zie De instelling Lichten aanpassen en De instelling Schaduwen aanpassen.

Pas de Gamma-instelling aan in het dialoogvenster Beeldbewerking. Zie De instelling Gamma aanpassen.

Vervang de toonkromme door een voorgedefinieerde tooncorrectie in het dialoogvenster Tooncorrectie. Zie Een voorgedefinieerde toonkromme toepassen.

De kleuren aanpassen

Pas de instelling voor Grijsbalans aan in het dialoogvenster Kleuraanpassing. Zie De instelling Grijsbalans aanpassen.

Pas de instelling voor Verzadiging aan in het dialoogvenster Kleuraanpassing. Zie De instelling Verzadiging aanpassen.

Pas de toonkromme voor specifieke kleuren handmatig aan in het dialoogvenster Tooncorrectie. Zie Toonkromme-instellingen vastleggen.

Om in EPSON TWAIN de volgende aanpassingen te kunnen uitvoeren, moet u in het Voorbeeldscan-venster een voorbeeldscan weergeven. Zie Overzicht van het Voorbeeldscan-venster voor meer informatie hierover.


[Boven]


Vorige

Volgende