Hoe...? / Cartridges vervangen

Een cartridge vervangen

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken

Soms moet u een cartridge vervangen die nog niet helemaal leeg is.

Als het inktlampje  knippert of continu brandt, moet u de lege cartridge vervangen zoals beschreven bij Een cartridge vervangen.

Als u een cartridge wilt vervangen voordat het inktlampje  knippert of Status Monitor u laat weten dat de cartridge leeg is, volgt u de instructies in dit gedeelte.

Let op:
Haal de cartridge pas uit de printer wanneer u klaar bent om de nieuwe cartridge te installeren.

Controleer of de printer aanstaat. Het Aan-/uit-lampje  moet continu branden en mag niet knipperen.

Klap de uitvoerlade naar beneden en open de printerkap.

Druk op de inktknop . De printkop gaat naar de positie voor het vervangen van de cartridge en het Aan-/uit-lampje  begint te knipperen.

Opmerking:
Houd de inktknop  niet langer dan drie seconden ingedrukt. Anders wordt de printkopreiniging gestart.

Let op:
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. Gebruik altijd de inktknop om de printkop te verplaatsen.

Open de cartridgekap. Knijp de zijkanten in van de cartridge die u wilt vervangen en trek de cartridge uit de printer. Houd bij het weggooien rekening met de plaatselijke milieuvoorschriften.

Waarschuwing:
Als er inkt op uw huid komt, wast u de plek grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u ze onmiddellijk spoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als uw ogen geïrriteerd blijven of uw zichtvermogen is aangetast.

Opmerking:
  • Het beste resultaat krijgt u wanneer u de cartridge vier- of vijfmaal schudt voordat u de verpakking opent.
  • Schud de cartridges niet na verwijdering uit de verpakking. Dit kan lekken veroorzaken.

Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking. Plaats de cartridge verticaal in de cartridgehouder. Druk de cartridge nu omlaag tot hij vastklikt. Druk hierbij niet al te hard op de cartridge.

Let op:
  • Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt.
  • Verwijder nooit het label van de cartridge en scheur het niet. Dit kan lekken veroorzaken.
  • Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet aan. Hierdoor kan de cartridge beschadigd raken.

  • Let er bij het verwijderen van cartridges op dat het inkttoevoergedeelte van de cartridge schoon blijft. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer. Let erop dat u de cartridges bewaart in de positie zoals getoond in de volgende afbeelding (het label waarop de inktkleur is aangegeven moet bovenaan de cartridge zichtbaar zijn). Hoewel de klep in de inkttoevoer is ontworpen om lekkage en verontreiniging tegen te gaan, willen we u toch aanraden voorzichtig om te gaan met de cartridge. Raak de inkttoevoer of het gebied eromheen niet aan.
  • Installeer na het verwijderen van de oude cartridge altijd onmiddellijk een nieuwe. Doet u dit niet, dan kan de printkop uitdrogen en loopt u het risico dat de printkop niet meer goed functioneert.

Sluit de cartridge- en printerkap wanneer u klaar bent met het vervangen van de cartridges.

Druk op de inktknop . De printkop wordt verplaatst en het inkttoevoersysteem wordt geladen. De inktlampjes  beginnen te knipperen. Dit duurt ongeveer een minuut.

Zodra het inkttoevoersysteem is geladen, gaat de printkop naar de uitgangspositie en houdt het Aan-/uit-lampje  op met knipperen en brandt nu continu.


[Boven]


Vorige

Volgende