Scannen / Basisprocedure voor het scannen

Een afbeelding scannen

Stap 1. Het apparaat aanzetten
Stap 2. Materiaal op de glasplaat plaatsen
Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen

EPSON Scan heeft drie modi voor het scannen van afbeeldingen: volautomatische modus, thuismodus en professionele modus. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een afbeelding scant in de volautomatische modus. Met de volautomatische modus kunt u afbeeldingen scannen met instellingen die automatisch voor u worden vastgelegd. Zie De juiste scanmodus kiezen voor meer informatie.

Opmerking:
U kunt geen afbeelding scannen die meer geheugen of schijfruimte vergt dan beschikbaar is. Als u probeert een afbeelding te scannen die te groot is, verschijnt er een waarschuwing op uw scherm.

Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
De meeste illustraties in dit gedeelte zijn voor Windows. Ze kunnen verschillen van wat u op uw scherm te zien krijgt. De instructies zijn echter dezelfde, tenzij anders vermeld.

Let op:
Voordat u met de volgende stappen begint, moet u ervoor zorgen dat alle benodigde software, waaronder EPSON Scan, is geïnstalleerd. Zie de installatiehandleiding voor meer informatie over het installeren van de software.

Stap 1. Het apparaat aanzetten

Voordat u dit apparaat aanzet, moet u ervoor zorgen dat de transportvergrendeling ongedaan is gemaakt en dat het apparaat op de computer is aangesloten.

Druk op de Aan-knop  om het apparaat aan te zetten. Het lampje Aan op het bedieningspaneel knippert even en blijft vervolgens branden. Dit wil zeggen dat het apparaat is geïnitialiseerd.


[Boven]

Stap 2. Materiaal op de glasplaat plaatsen

U kunt twee typen materialen scannen: transparante materialen (zoals films) of reflecterende documenten (zoals foto's of papier). Klik op een van onderstaande koppelingen voor het materiaal dat u op de glasplaat wilt plaatsen.

Film op het apparaat plaatsen
Foto's en documenten op de scanner plaatsen


[Boven]

Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen

Opmerking voor gebruikers van Mac OS X:
Het is niet altijd mogelijk om EPSON Scan te starten zoals hier wordt beschreven. Dit hangt af van de toepassing die u gebruikt.

U kunt EPSON Scan als volgt starten.

Zie Scansoftware (EPSON Scan) rechtstreeks starten voor meer informatie.

Zie Overzicht van EPSON Smart Panel voor meer informatie over het starten vanuit EPSON Smart Panel.

In dit gedeelte krijgt u uitleg over het starten van EPSON Scan vanuit ArcSoft PhotoImpression.

Opmerking voor gebruikers van Mac OS X 10.3:
Gebruik de functie Snelle gebruikersoverschakeling (Fast User Switching) niet tijdens het gebruik van dit apparaat.

Start ArcSoft PhotoImpression.

Dubbelklik op het pictogram PhotoImpression 5 (PhotoImpression voor Macintosh-gebruikers) op het bureaublad.

U kunt ArcSoft PhotoImpression ook als volgt starten.

Voor Windows-gebruikers:
Klik op Start, wijs naar Alle programma's (voor Windows XP) of Programma's (voor Windows Me, 98 en 2000) en selecteer ArcSoft PhotoImpression 5. Klik op PhotoImpression 5.

Voor Macintosh-gebruikers:
Dubbelklik op de programmamap in Macintosh HD en dubbelklik vervolgens op de map PhotoImpression. Dubbelklik ten slotte op het pictogram PhotoImpression.

Klik op de knop Get Photo en klik vervolgens op de knop Camera/Scanner in het hoofdvenster.

Selecteer in het gedeelte voor het opslaan van foto's rechts in het hoofdscherm de gewenste bestandsindeling in de lijst File Format. Zie Bestandstype voor meer informatie.

Geef een locatie op. Als u de standaardlocatie wilt wijzigen, klikt u op het mappictogram , waarna u de gewenste map selecteert.

Klik op de knop EPSON Stylus Photo RX620.

Opmerking voor gebruikers van Windows XP:
Selecteer het apparaat niet met de optie WIA-EPSON Stylus Photo RX620 in het menu. Doet u dit wel, dan kan de functionaliteit van de Epson-scanner niet volledig worden benut.

Het volgende dialoogvenster verschijnt.

Als u instellingen wilt opgeven voor het herstellen van de kleuren en andere opties, klikt u op Aanpassen, zodat het dialoogvenster Aanpassen wordt geopend. Zie de online-Help voor meer informatie over instellingen door te klikken op de knop Help in het dialoogvenster Aanpassen.

Opmerking:
Als het selectievakje Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen is uitgeschakeld, wordt automatisch met scannen begonnen, dus zonder dat het bovenstaande dialoogvenster wordt weergegeven. Ga vervolgens verder met stap 6.

Klik op Scannen.

EPSON Scan maakt automatisch een voorbeeldscan en herkent de bron en het type van het document.

Opmerking:
Wanneer u op Pauze klikt, verschijnt het dialoogvenster van stap 4.

Nadat EPSON Scan een voorbeeldscan heeft gemaakt en het type document heeft herkend, verschijnt het volgende venster. In het venster ziet u een voorbeeldscan.

EPSON Scan lokaliseert automatisch de doelafbeeldingen, past een correctie toe als ze scheef liggen en start vervolgens het scanproces.

Let op:
Open de scanner niet tijdens het scannen of kopiëren, want daardoor kan het apparaat schade oplopen.

Opmerking:
Wanneer u in dit venster op Annuleren klikt, wordt EPSON Scan afgesloten.

De gescande afbeelding wordt naar ArcSoft PhotoImpression verzonden of opgeslagen in de opgegeven map.

Opmerking:
  • In de automatische modus kan het resultaat, afhankelijk van het type afbeelding dat u scant, anders zijn dan verwacht. Scan de afbeelding in dat geval in de thuismodus of professionele modus.
  • In de volautomatische modus kan een document in zwart-wit worden herkend als een kleurendocument. Scan de afbeelding in dat geval in de thuismodus of professionele modus.
  • Raadpleeg de documentatie bij het programma voor meer informatie over verdere bewerking van de gescande afbeeldingen.

Bestandstype

In deze tabel vindt u enkele veelgebruikte bestandstypen van ArcSoft PhotoImpression 5. Selecteer de gewenste bestandsindeling vóór het scannen.

Bestandstype (extensie)

Uitleg

BITMAP (*.BMP)

Een standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.

JPEG (*.JPG)

Een gecomprimeerde bestandsindeling. De mate van compressie kan worden ingesteld. Met JPEG is een relatief hoge compressie mogelijk. Maar hoe hoger de compressie, des te lager de kwaliteit van de afbeelding. (N.B.: de oorspronkelijke gegevens kunnen niet meer worden teruggehaald.) Bovendien neemt de kwaliteit af telkens wanneer het bestand wordt opgeslagen. Daarom wordt het bestandstype TIFF aangeraden wanneer een bestand uitgebreid moet worden bewerkt of geretoucheerd.

PNG (*.PNG)
(alleen voor Windows)

PNG is een overdraagbare en sterk gecomprimeerde bestandsindeling voor het weergeven van beelden in webbrowsers, waarbij de mate van compressie kan worden ingesteld. De beeldkwaliteit gaat niet verloren wanneer u een afbeeldingsbestand opslaat in de PNG-indeling.

TIFF (*.TIF)

Een bestandsindeling die is gemaakt voor de uitwisseling van gegevens tussen toepassingen als grafische software en DTP-programma's. Bij het scannen van zwart-witafbeeldingen kunt u zelf het compressietype opgeven.


[Boven]


Vorige

Volgende