Problemen oplossen / Problemen met afdrukken en kopiëren

Problemen met de afdrukkwaliteit

Horizontale strepen
Onjuiste verticale uitlijning of strepen
Onjuiste of ontbrekende kleuren
Onduidelijke of vlekkerige afdrukken
Afdrukkwaliteit verbetert niet na reiniging van de printkop

Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u eerst een maken. Vergelijk die pagina met de volgende illustraties. Klik op het bijschrift onder de illustratie die het meest overeenkomt met uw afdruk.

Horizontale strepen	Onjuiste verticale uitlijning of strepen
Horizontale strepen	Onjuiste verticale uitlijning of strepen
Onduidelijke of vlekkerige afdrukken	Onjuiste of ontbrekende kleuren

Horizontale strepen

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

• Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. Zie De printkop uitlijnen.

• Zorg ervoor dat het papier met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer is geplaatst.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. Zie De printkop reinigen.

• Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Tekst & Afbeelding als Kwaliteitstype op het tabblad Hoofdgroep van de printersoftware (Windows) of selecteer Automatisch bij Modus in het afdrukvenster (Macintosh).

• Controleer het inktniveau in het display. Zie De hoeveelheid inkt controleren. Wanneer XXX inkt is op in het display verschijnt, vervangt u de betreffende inktcartridge. Zie Een lege cartridge vervangen.

• Zorg ervoor dat het type Afdrukmateriaal dat is geselecteerd in de printersoftware overeenkomt met het type afdrukmateriaal dat zich in de papiertoevoer van het apparaat bevindt.

[Boven]

Onjuiste verticale uitlijning of strepen

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

• Zorg ervoor dat het papier met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer is geplaatst.

• Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. Zie De printkop uitlijnen.

• Schakel in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen de instelling Hoge snelheid uit.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. Zie De printkop reinigen.

• Zorg ervoor dat het type Afdrukmateriaal dat is geselecteerd in de printersoftware overeenkomt met het type afdrukmateriaal dat zich in de papiertoevoer van het apparaat bevindt.

[Boven]

Onjuiste of ontbrekende kleuren

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

• Wijzig in de printersoftware de instelling bij Kleur in Kleur.

• Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen van de printersoftware.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit. Zie De printkop reinigen.
  Vervang de kleurencartridge als de kleuren nog steeds niet kloppen of als er bepaalde kleuren ontbreken. Vervang de zwarte cartridge als het probleem nog steeds niet is opgelost. Zie Een lege cartridge vervangen voor meer informatie.

• Gebruik geen cartridge waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum (zie verpakking) verstreken is. Vervang de cartridges ook als het apparaat lange tijd niet is gebruikt. Zie Een lege cartridge vervangen.

[Boven]

Onduidelijke of vlekkerige afdrukken

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

• Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt voor het apparaat.

• Gebruik alleen papier dat door EPSON wordt aanbevolen. Zie Afdrukmateriaal.

• Zorg ervoor dat het apparaat op een vlakke en stabiele ondergrond staat die voldoende ruimte rondom het apparaat biedt. Het apparaat werkt niet goed als het scheef staat.

• Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, vuil of te oud is. Zorg er ook voor dat het papier met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer is geplaatst.

• Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde naar boven in de printer is geladen. Zorg ook voor een geschikte papiersoort. Zie Papier.

• Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Tekst & Afbeelding als Kwaliteitstype op het tabblad Hoofdgroep van de printersoftware (Windows) of selecteer Automatisch bij Modus in het afdrukvenster (Macintosh).

• Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het naar boven omgekruld is.

• Zet de instelhendel voor speciaal afdrukmateriaal op  en controleer of de instelling bij Afdrukmateriaal in de printersoftware klopt.

• Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade.

• Als u afdrukt op glansfilm, plaatst u een steunvel (of een vel gewoon papier) onder de stapel. U kunt de vellen ook één voor één invoeren.

• Raak de bedrukte zijde van papier met een glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat de bedrukte zijde nergens anders mee in aanraking komt. Na het afdrukken moet u de bedrukte glanzende afdrukmaterialen een paar uur rustig laten liggen, zodat de inkt goed kan drogen.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit. Zie De printkop reinigen.

• Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. Zie De printkop uitlijnen.

• Laad droog papier in de printer en voer het weer uit. Doe dit enkele keren achter elkaar. Als het probleem hiermee niet is opgelost, kan er inkt in het apparaat zijn gelekt. Maak in dat geval de binnenzijde van het apparaat schoon met een zachte, schone doek.

Waarschuwing:

Raak het bewegende mechanisme in het apparaat niet aan.

Let op:

Maak de rail waarop de printkop zich verplaatst niet schoon.

[Boven]

Afdrukkwaliteit verbetert niet na reiniging van de printkop

Als de kwaliteit na herhaaldelijk schoonmaken en uitlijnen van de printkop nog steeds te wensen overlaat, kan het zijn dat een of meer cartridges aan vervanging toe zijn door ouderdom of beschadiging.

Cartridges vervangen voordat de Status Monitor u laat weten dat de cartridge leeg is. Zie Een lege cartridge vervangen.

[Boven]