 |
 |
|
||
 |
||||
Papierbron selecteren
De printerdriver heeft vier instellingen voor de papierbron. Hiervan moet u er één selecteren vóór het afdrukken.
|
Papierbron
|
Instellingen voor de papierbron
|
Gebruik
|
|
Papiertoevoer achterzijde
|
Achterste lade
|
Selecteer deze instelling als papier uit de papiertoevoer aan de achterzijde moet worden gebruikt.
|
|
Papiercassette voorzijde
|
Voorste lade
|
Selecteer deze instelling als papier uit de papiercassette aan de voorzijde moet worden gebruikt.
|
|
Papiertoevoer achterzijde of papiercassette voorzijde
|
Automatisch
|
Wanneer u deze instelling selecteert, wordt papier uit de papiercassette aan de voorzijde gebruikt als de volgende instellingen overeenstemmen.
Voor Windows: de instelling voor het afdrukmateriaal en die voor het papierformaat in Hoofdgroep en Automatische papierinstellingen.
Voor Mac OS X: de instellingen in het dialoogvenster Pagina-instelling en Afdrukken en die van het dialoogvenster Printerinformatie.
Als deze instellingen niet overeenstemmen, wordt papier uit de papiertoevoer aan de achterzijde gebruikt.
Zie Automatische papierinstellingen vastleggen voor meer informatie.
|
|
CD/DVD
|
CD/DVD
|
Selecteer deze instelling wanneer u afdrukt op een cd of dvd.
|
Automatische papierinstellingen vastleggen
Voor Windows
 |
Open de printerinstellingen.
|
 |
Klik op het tabblad Hoofdgroep en selecteer Automatisch als instelling voor de Bron.
|
 |
Klik op Instellingen om het dialoogvenster Automatische papierinstellingen te openen.
|
 |
Selecteer Medietype en Papierformaat.
|
 |
Klik op OK om het dialoogvenster Automatische papierinstellingen te sluiten.
|
Voor Mac OS X
|
Open het dialoogvenster EPSON Printer Utility2.
|
|
Klik op de knop Printer- en optie-informatie.
|
|
Selecteer Medietype en Papierformaat.
|
|
Klik op OK om het dialoogvenster EPSON Printer Utility2 te sluiten.
|
