Problemen oplossen / Problemen met afdrukken en kopiëren
Afdrukproblemen die geen verband houden met de afdrukkwaliteit
Onjuiste of verminkte tekens
Onjuiste marges
Omgekeerd beeld
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Vegen op de afdruk
Het afdrukken verloopt te langzaam
Onjuiste of verminkte tekens
-
Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt voor het apparaat.
-
Selecteer dit apparaat als de standaardprinter (Windows).
-
Zet het apparaat en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van het apparaat goed is aangesloten.
[Boven]
Onjuiste marges
-
Controleer de instellingen van de marges in uw toepassing. Zorg ervoor dat de marges binnen het afdrukgebied van de pagina vallen. Zie Afdrukgebied.
-
Controleer de instellingen op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of die in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt. Zie de online-Help voor meer informatie.
-
Als u probeert af te drukken zonder marges, maar er blijft toch een witte rand rond uw afdruk zichtbaar, controleer dan de oorspronkelijke fotogegevens. Ook is het mogelijk dat de digitale camera (of het apparaat waaruit de gegevens afkomstig zijn) automatisch marges toevoegt om de juiste beeldverhouding te handhaven.
[Boven]
Omgekeerd beeld
Schakel in de printersoftware het selectievakje Spiegel afbeelding of de instelling voor Spiegelen in uw toepassing uit. Zie de online-Help bij de printerdriver of bij uw toepassing voor instructies.
[Boven]
Er worden blanco pagina's afgedrukt
-
Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt voor het apparaat.
-
Selecteer dit apparaat als de standaardprinter (Windows).
-
Controleer de instellingen op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of die in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt. Zie de online-Help voor meer informatie.
-
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. Zie De printkop reinigen.
Voer na het uitproberen van een of meer van deze oplossingen een printercontrole uit om het resultaat te controleren. Zie Een printercontrole uitvoeren.
[Boven]
Vegen op de afdruk
-
Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het naar boven omgekruld is.
-
Schakel in het dialoogvenster Geavanceerd van uw printerdriver de instelling Hoge snelheid uit. Zie de online-Help voor meer informatie.
-
Maak enkele kopieën zonder een document op de glasplaat te leggen. Als het probleem hiermee niet is opgelost, kan er inkt in het apparaat zijn gelekt. Maak in dat geval de binnenzijde van het apparaat schoon met een zachte, schone doek.
[Boven]
Het afdrukken verloopt te langzaam
-
Controleer of de instelling bij Afdrukmateriaal in de printerdriver klopt. Zie Afdrukmateriaal.
-
Selecteer Tekst als Kwaliteitoptie in de printersoftware (Windows).
Selecteer Automatisch bij Modus in het afdrukvenster en verplaats de schuifbalk naar Snelheid (Macintosh). Zie de online-Help voor meer informatie.
-
Sluit alle toepassingen die niet echt nodig zijn.
-
Als u een upgrade van Windows 95 naar Windows 98 hebt uitgevoerd, moet u de printersoftware verwijderen via het onderdeel Software (Add/Remove programs) in het Configuratiescherm (Control Panel), waarna u de software opnieuw installeert.
Zie De afdruksnelheid verhogen als u alle hiervoor beschreven oplossingen hebt geprobeerd zonder enig succes.
[Boven]