Afdrukken / De printerdriver openen

Voor Windows

Vanuit Windows-toepassingen
Vanuit het menu Start
Vanuit de taakbalk

De printersoftware die met dit apparaat wordt meegeleverd, omvat een (printer)driver en hulpprogramma's voor de printer. In de (printer)driver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met dit apparaat. Met de printerhulpprogramma's kunt u het apparaat controleren en ervoor zorgen dat het optimaal blijft werken.

U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanuit het menu Start of vanuit de taakbalk van Windows.

Als u de printerdriver vanuit een Windows-toepassing opent, gelden de instellingen die u vastlegt uitsluitend voor de toepassing in kwestie.

Als u de printerdriver vanuit het menu Start of de taakbalk opent, gelden de instellingen die u vastlegt voor alle Windows-toepassingen.

Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.

Vanuit Windows-toepassingen

Volg de onderstaande instructies om de printerdriver te openen.

Klik op Afdrukken of Printerinstelling in het menu Bestand.

Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Printer, Instellingen, Opties, Voorkeuren of Eigenschappen. (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.) De printerdriver wordt gestart.

[Boven]

Vanuit het menu Start

Volg de onderstaande instructies om de printerdriver te openen.

Voor Windows XP: klik op Start, wijs naar Configuratiescherm en dubbelklik op Printers en faxapparaten. (Als het Configuratiescherm in Categorieweergave staat, klikt u op Printers en andere hardware gevolgd door Printers en faxapparaten.)

Voor Windows Me, 98 en 2000: klik op Start, wijs naar Instellingen en klik vervolgens op Printers.

Voor Windows XP en 2000: selecteer het apparaat en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het menu Bestand.

Voor Windows Me en 98: selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen in het menu Bestand.

De printerdriver wordt gestart.

[Boven]

Vanuit de taakbalk

Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk en selecteer Printerinstellingen.

[Boven]