Problemen oplossen
Lampjes op het bedieningspaneel
EPSON Status Monitor
Een printercontrole uitvoeren
Als u het apparaat hebt aangesloten op de USB-poort, kunnen eventuele problemen bij het afdrukken te maken hebben met de USB-verbinding. Zie USB-problemen verhelpen voor meer informatie.
Als uw probleem geen verband houdt met USB, kunt u bij problemen altijd het beste te werk gaan volgens twee eenvoudige stappen. Probeer eerst de oorzaak van het probleem te achterhalen en pas dan de meest voor de hand liggende oplossingen toe totdat het probleem is opgelost.
De informatie die u nodig hebt om de meest voorkomende problemen te lokaliseren en op te lossen krijgt u via de online-probleemoplossing, de lampjes op het bedieningspaneel, het hulpprogramma EPSON Status Monitor of door een printercontrole uit te voeren. In de Basishandleiding vindt u meer informatie over het gebruik van de lampjes op het bedieningspaneel voor het oplossen van hardwareproblemen. In de rest van dit hoofdstuk vindt u meer informatie over problemen in verband met de software.
Als u specifieke problemen hebt met de afdrukkwaliteit, een afdrukprobleem dat geen verband houdt met de afdrukkwaliteit of een probleem met de papierinvoer, of als het apparaat helemaal niets meer wil doen, raadpleeg dan het betreffende gedeelte in dit hoofdstuk.
Voordat u een probleem kunt oplossen, kan het noodzakelijk zijn het afdrukken te annuleren. Zie Afdrukken annuleren voor meer informatie.
De meest voorkomende problemen kunt u identificeren aan de hand van de lampjes op het bedieningspaneel. Zie de Basishandleiding voor meer informatie.
Het hulpprogramma EPSON Status Monitor toont statusberichten en een grafische weergave van de huidige status van het apparaat.
Als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt, verschijnt er een foutbericht in het venster van de voortgangsbalk.
Als de inkt (bijna) op is, klikt u in de EPSON Status Monitor of het venster van de voortgangsbalk op de knop Hoe. U wordt dan door EPSON Status Monitor stap voor stap begeleid bij de procedure voor het vervangen van de cartridges.
Als u de foutmelding krijgt dat bepaalde onderdelen van de printer het einde van hun levensduur hebben bereikt, moet u contact opnemen met uw leverancier om ze te laten vervangen.
Als u de oorzaak van het probleem niet kunt achterhalen, kunt u met een speciale controle bepalen of het probleem bij het apparaat of bij de computer moet worden gezocht.
U drukt als volgt een controlepagina af.
![]() | Koppel de USB-kabel los van de computer. |
![]() | Zorg ervoor dat de papiertoevoer papier van A4-formaat bevat. |
![]() |
Druk op de knop ![]() ![]() |
Het apparaat drukt een controlepagina af met daarop een spuitkanaaltjespatroon.
Vergelijk de kwaliteit van de afgedrukte controlepagina met het hieronder getoonde voorbeeld. Als de kwaliteit goed is, functioneert het apparaat naar behoren en wordt het probleem vermoedelijk veroorzaakt door een verkeerde instelling in de printersoftware of de gebruikte toepassing, door de interfacekabel (gebruik altijd een afgeschermde kabel) of door de computer zelf.
Als de kwaliteit niet goed is, is er iets mis met het apparaat. Als er bijvoorbeeld strepen in het controlepatroon zitten (zie afbeelding), is er wellicht sprake van een verstopt spuitkanaaltje of een onjuist uitgelijnde printkop. Zie "De printkop reinigen" in de Basishandleiding voor meer informatie over het reinigen van de printkop.
![]() Volgende |