Overige informatie

Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel

Printeronderdelen
Bedieningspaneel

Printeronderdelen

a. Papiersteun: dient als steun voor het papier in de papiertoevoer.

b. Papiertoevoer: bevat blanco papier en voert dit automatisch in de printer in tijdens het afdrukken.

c. Printerkap: beschermt het afdrukmechanisme. Open deze alleen om cartridges te installeren of te vervangen.

d. Verlengstuk van uitvoerlade: dient als steun voor het uitgevoerde papier.

e. Uitvoerlade: vangt het uitgevoerde papier op.

f. Gleuf voor handinvoer: houdt het cd-/dvd-hulpstuk of het Matte Board op zijn plaats en voert het in.

g. Zijgeleiders: zorgen ervoor dat het papier recht wordt ingevoerd. Pas de linkerzijgeleider aan de breedte van het papier aan.

a. Zijgeleider voor rolpapier: zorgen ervoor dat rolpapier recht wordt ingevoerd. Pas de zijgeleider aan de breedte van het papier aan.

b. Rolpapiertoevoer: houdt het rolpapier vast en voert het automatisch in (nadat u het rolpapier met de hand drie seconden op de juiste plaats hebt gehouden).

c. USB-aansluiting: voor aansluiting van de USB-kabel tussen computer en printer.

d. IEEE1394-aansluiting: voor aansluiting van de IEEE1394-kabel tussen computer en printer.

e. Rolpapierhouder: wordt op de printer gemonteerd en houdt het rolpapier vast.

f. Rolpapierknop: voor het opwikkelen van het rolpapier.

a. Cartridgekap: houdt de cartridges op hun plaats. Open deze alleen om cartridges te installeren of te vervangen.

b. Printkop: spuit de inkt op het papier.

c. Bedieningspaneel: bestuurt diverse printerfuncties. Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie.


[Boven]

Bedieningspaneel

Knoppen

Knop

Functie

aan/uit

Hiermee zet u de printer aan en uit.

papier

Hiermee wordt papier geladen of uitgevoerd.

Hiermee wordt het afdrukken hervat als u op de knop drukt na het bijvullen van papier of nadat twee vellen tegelijk zijn ingevoerd.

Hiermee wordt een afdruktaak tijdens het afdrukken onderbroken.

inkt

Hiermee wordt de printkop verplaatst naar de positie voor het vervangen van cartridges.

Hiermee wordt de printkop verplaatst naar de positie voor het controleren van cartridges (wanneer er een lege cartridge wordt gedetecteerd).

Hiermee wordt de printkop na het vervangen van cartridges weer teruggebracht naar de uitgangspositie.

Hiermee wordt de printkop gereinigd als u de knop drie seconden ingedrukt houdt wanneer het inktlampje  uit is.

papierrol

Hiermee wordt een snijlijn afgedrukt en het papier wordt naar een positie gebracht waar het gemakkelijk uit de papiertoevoer kan worden gehaald, als na het afdrukken op deze knop wordt gedrukt.

Hiermee wordt het papier naar de afdrukpositie gebracht, als na het afsnijden van het papier op deze knop wordt gedrukt.

Hiermee beweegt het papier in omgekeerde richting door de printer naar een positie waar u het papier gemakkelijk uit de papiertoevoer kunt halen aan de achterzijde van de printer, als deze knop drie seconden lang wordt ingedrukt.

Lampjes

Lampje

Omschrijving

aan/uit

Brandt wanneer de printer aanstaat.

Knippert tijdens het ontvangen van gegevens, het afdrukken, het vervangen van cartridges, het laden van inkt of het reinigen van de printkop.

papier op

Brandt wanneer het papier op is of wanneer het cd-/dvd-hulpstuk niet is geplaatst.

Knippert wanneer het papier of het cd-/dvd-hulpstuk is vastgelopen of wanneer de uitvoerlade zich in de verkeerde positie bevindt.

inkt op

Brandt wanneer een cartridge leeg is.

Knippert wanneer een cartridge bijna leeg is.


[Boven]


Vorige

Volgende