Verklarende woordenlijst
De volgende definities zijn specifiek van toepassing op printers.
-
(printer)driver
-
Zie driver.
-
180° draaien
-
Een instelling waarmee de af te drukken pagina 180 graden wordt gedraaid.
-
afdrukgebied
-
Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale paginaformaat.
-
Afdrukken op de achtergrond
-
Wanneer de optie voor afdrukken op de achtergrond is ingeschakeld, kan de computer tijdens het afdrukken van een document gewoon worden gebruikt voor andere taken. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, worden tijdens het afdrukken alle andere taken opgeschort. Wel worden de afdrukgegevens in dit geval sneller naar de printer verzonden.
-
Afdrukken zonder marges (randloos)
-
Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om tot aan alle vier de randen van het papier af te drukken, dus zonder enige witruimte rond de afdruk.
-
afdrukmateriaal
-
Materialen waarop gegevens worden afgedrukt, zoals gewoon papier, enveloppen, speciaal papier en transparanten.
-
Afdrukstand/Richting
-
Instellingen waarmee u bepaalt in welke richting wordt afgedrukt. U kunt kiezen uit Staand (verticaal) en Liggend (horizontaal).
-
Afdrukvoorbeeld
-
Een instelling die het mogelijk maakt om vóór het afdrukken te zien hoe uw document er op papier zal uitzien.
-
afdrukwachtrij
-
Een wachtrij waarin de afdruktaken die naar de printer worden gestuurd, worden opgeslagen totdat ze kunnen worden afgedrukt.
-
automatisch snijmechanisme voor rollen papier
-
De ingebouwde papiersnijder die de afbeeldingen die achter elkaar op een rol papier worden afgedrukt, automatisch afsnijdt.
-
banding
-
De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische voorstellingen. Zie ook MicroWeave.
-
Bluetooth
-
Een technologie voor draadloze verbindingen die het mogelijk maakt dat verschillende apparaten zonder kabel met elkaar communiceren.
-
cartridge
-
Bevat de inkt die door de printer wordt gebruikt voor het afdrukken.
-
CMYK
-
Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee het hele kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem.
-
ColorSync
-
Macintosh-software voor kleuraanpassing. Zie ook kleuraanpassing.
-
Contrast
-
Met deze instelling wordt het verschil tussen de lichte en donkere delen van een afbeelding gemaximaliseerd of geminimaliseerd.
-
controlepagina
-
Een pagina die u kunt afdrukken om de werking van de printer te controleren. Op de controlepagina worden enkele informatiecodes gevolgd door een testpatroon voor de spuitkanaaltjes afgedrukt.
-
DMA
-
Direct Memory Access of directe geheugentoegang. Een voorziening voor gegevensoverdracht waarbij de CPU van de computer wordt omzeild, zodat er een directe communicatie tot stand komt tussen een computer en randapparatuur (zoals printers) of tussen twee randapparaten.
-
dpi
-
Dots per inch of punten per inch. Een maateenheid voor de resolutie. Zie ook resolutie.
-
driver
-
Software die instructies naar een randapparaat van de computer stuurt. De printerdriver accepteert bijvoorbeeld afdrukgegevens van uw tekstverwerkingsprogramma en stuurt instructies naar de printer om aan te geven hoe die gegevens moeten worden afgedrukt. Samen worden de printerdriver en de hulpprogramma's voor de printer de printersoftware genoemd. Zie ook printersoftware.
-
Dubbelzijdig afdrukken
-
Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om beide zijden van het papier te bedrukken.
-
EPSON MonitorIV
-
Een hulpprogramma voor Macintosh waarmee u de afdruktaken in een wachtrij kunt beheren. Het hulpprogramma toont bovendien de status van de huidige afdruktaak. (Zie afdrukwachtrij.)
-
EPSON Status Monitor 3
-
Een hulpprogramma voor Windows dat informatie over de printerstatus geeft, zoals de hoeveelheid inkt die er nog in de cartridges zit, en dat controleert op printerfouten.
-
EPSON StatusMonitor
-
Een hulpprogramma voor Macintosh dat de status van de printer in de gaten houdt. Als StatusMonitor een printerfout ontdekt, wordt daarover een foutbericht weergegeven.
-
Gamma
-
Een instelling die het contrast van de afbeelding regelt door aanpassing van de middentonen en de grijstinten in het middensegment.
-
Gladde rand
-
Hiermee wordt de afdrukkwaliteit van afbeeldingen in een lage resolutie verbeterd, doordat de karteling van randen en lijnen wordt weggewerkt. Deze instelling heeft geen gevolgen voor afbeeldingen of tekst met een hoge resolutie.
-
grijstinten
-
Gradaties van grijs met een verloop van zwart naar wit. Grijstinten worden gebruikt om kleuren te vervangen als u alleen met zwarte inkt afdrukt.
-
Haarscherp
-
Met deze instelling van de printerdriver worden afdrukken scherper en helderder, met name bij tekst. Het afdrukken kan wel langer duren met deze instelling.
-
helderheid
-
Bepaalt hoe licht of donker een afbeelding is.
-
Hoge snelheid
-
Tijdens het afdrukken drukt de printkop in zowel de heen- als de teruggaande beweging inkt op het papier. Hierdoor wordt sneller afgedrukt.
-
hulpprogramma's
-
Software waarmee u de printer kunt controleren en onderhouden. De hulpprogramma's en de printerdriver worden samen de printersoftware genoemd. Zie ook printersoftware.
-
ICM (Image Color Matching)
-
De methode voor kleuraanpassing die door Windows wordt gebruikt. Zie ook kleuraanpassing.
-
inkjet
-
Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten.
-
Inktniveaus
-
Een grafische weergave van de hoeveelheid resterende inkt in elke cartridge.
-
interface
-
De verbinding tussen de computer en de printer. Zie ook parallelle interface en USB-interface.
-
interfacekabel
-
De kabel waarmee de printer op de computer wordt aangesloten.
-
kleuraanpassing
-
Algemene term voor een verwerkingsmethode voor kleurengegevens die ervoor zorgt dat kleuren die op een computerscherm worden weergegeven zo veel mogelijk overeenkomen met de afgedrukte kleuren. Er is diverse software voor kleuraanpassing beschikbaar, voor uiteenlopende omstandigheden. Zie ook ColorSync en ICM (Image Color Matching).
-
Kwaliteitoptie (instellingen)
-
Een aantal instellingen van de printersoftware voor het bepalen van de afdrukkwaliteit.
-
lettertype
-
Een verzameling tekens van dezelfde stijl en grootte.
-
lokale printer
-
Een printer die via een interfacekabel rechtstreeks is aangesloten op de computer.
-
marges
-
De witruimte aan de rand van het papier buiten het afdrukgebied. Zie ook afdrukgebied.
-
MicroWeave
-
Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen in fijnere segmenten worden afgedrukt om de kans op horizontale strepen te verkleinen. Zie ook banding.
-
monochroom
-
Afdrukken met slechts één kleur inkt, meestal zwart.
-
Omgekeerde volgorde
-
Een instelling die het mogelijk maakt om documenten in omgekeerde volgorde af te drukken (dus de laatste pagina eerst).
-
Pagina's per vel
-
Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om op één vel papier twee of vier pagina's van uw document af te drukken.
-
parallelle interface
-
Een interface voor een rechtstreekse verbinding tussen een computer en een printer. Zie ook interface.
-
PhotoEnhance
-
Een afdrukmodus met diverse beeldcorrectie-instellingen die u vóór het afdrukken kunt toepassen op uw foto's.
-
poort
-
Een interfacekanaal waardoor gegevens worden overgedragen tussen apparaten.
-
Posterafdruk
-
Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om één pagina van uw document af te drukken op 4, 9 of 16 vellen papier. U plakt vervolgens de vellen aan elkaar om er een poster van te maken.
-
PRINT Image Matching
-
Met dit systeem is een verbluffende afdrukkwaliteit mogelijk, wanneer een digitale camera en een printer worden gebruikt die beide PRINT Image Matching ondersteunen. Bij het maken van foto's met een dergelijke digitale camera worden speciale afdrukopdrachten opgeslagen bij de fotogegevens. Wanneer de foto's worden afgedrukt, houdt de printer zich aan deze opdrachten. Zo worden de foto's met precies de juiste kleuren afgedrukt.
-
printerhulpprogramma's
-
Zie hulpprogramma's.
-
printersoftware
-
De printersoftware die met de printer wordt meegeleverd, omvat een (printer)driver en hulpprogramma's voor de printer. In de (printer)driver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met uw printer. Met de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken. Zie ook driver en hulpprogramma's.
-
Printkop reinigen (hulpprogramma)
-
Een hulpprogramma voor het schoonmaken van de printkop, zodat de spuitkanaaltjes de inkt weer goed op het papier kunnen spuiten.
-
Printkop uitlijnen (hulpprogramma)
-
Een hulpprogramma waarmee u de printkop kunt uitlijnen, zodat afbeeldingen goed worden afgedrukt. Gebruik dit hulpprogramma wanneer de afdrukken wazig zijn of wanneer er verkeerd uitgelijnde verticale of horizontale strepen in de afdruk zichtbaar zijn.
-
Profielen
-
Standaarden op basis waarvan verschillende apparaten met elkaar kunnen werken met behulp van de draadloze Bluetooth-technologie. Profielen worden gedefinieerd voor het gebruik en de functies die ze voor de betreffende apparaten mogelijk maken, zoals afdrukken of scannen vanaf een computer. Voor gemeenschappelijk gebruik van deze gegevens moeten de apparaten compatibel zijn met hetzelfde profiel.
-
reset
-
Een printer instellen op de standaardwaarden door het apparaat uit te schakelen en vervolgens meteen weer aan te zetten.
-
resolutie
-
Het aantal dots (punten) dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te geven. Dit wordt uitgedrukt als het aantal puntjes horizontaal x het aantal puntjes verticaal.
-
RGB
-
Rood, groen en blauw. Met deze kleuren wordt een additief kleurengamma van schermkleuren gecreëerd. Hierbij worden gekleurde fosfordeeltjes aan de binnenkant van het scherm opgelicht met behulp van een elektronenstraal.
-
Sorteren
-
Met deze instelling worden meerdere exemplaren van een meerdere pagina's tellend document afgedrukt als complete sets. In het andere geval wordt van elke pagina's apart steeds het gewenste aantal exemplaren afgedrukt, waarna u de pagina's zelf nog moet sorteren.
-
Spiegel afbeelding
-
Met deze instelling van de printersoftware kunt u de afdruk spiegelen, van links naar rechts.
-
spool
-
De eerste stap tijdens het afdrukken, waarin de afdrukgegevens door de printerdriver worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Deze gegevens worden vervolgens rechtstreeks naar de printer of de afdrukserver gestuurd.
-
Spool Manager
-
De software waarmee afdrukgegevens worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Zie ook spool.
-
spuitkanaaltjes
-
Fijne kanaaltjes in de printkop waarmee de inkt op de pagina wordt gespoten. Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
-
Spuitkanaaltjes controleren (hulpprogramma)
-
Een hulpprogramma dat controleert of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn en moeten worden schoongemaakt.
-
sRGB
-
De methode voor kleurenbeheer die wordt gebruikt om de kleurenconsistentie te handhaven tussen apparaten die de sRGB-standaard ondersteunen.
-
standaardinstelling
-
Een waarde of instelling die automatisch wordt gebruikt als de apparatuur wordt ingeschakeld, gereset of geïnitialiseerd.
-
station
-
Een apparaat voor informatiedragers, zoals een vaste-schijfstation, een cd-romlezer of een diskettestation. In Windows wordt aan elk station een letter toegewezen zodat de verschillende stations eenvoudig kunnen worden beheerd.
-
Status Monitor
-
De software die de status van de printer in de gaten houdt.
-
USB-interface
-
Universal Serial Bus-interface. Hiermee kan de gebruiker maximaal 127 randapparaten (zoals een toetsenbord, aanwijsapparaat en printer) op de computer aansluiten via één universele poort. Met USB-hubs kunnen extra poorten worden toegevoegd. Zie ook interface.
-
Verklein/vergroot document
-
Een afdrukmodus waarmee het afdrukformaat van uw document wordt aangepast.
-
Verzadiging
-
Een instelling om kleuren levendiger te maken. Hoe lager de verzadiging, des te fletser de kleuren. Hoe hoger de verzadiging, des te levendiger de kleuren.
-
Volledige pagina afdrukken
-
Een afdrukmodus waarmee een document automatisch wordt vergroot of verkleind en aangepast aan het papierformaat dat in de printersoftware is geselecteerd.
-
Watermerken afdrukken
-
Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om tekst of afbeeldingen af te drukken als watermerk.
-
zuinig afdrukken
-
Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen met minder punten worden afgedrukt om inkt te besparen.
-
[Boven]