EPSON

EpsonNet Setup gebruiken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de manier waarop de printer is aangesloten of de configuratie van de netwerkinterface kunt wijzigen op een computer waarop het meegeleverde EpsonNet Setup wordt gebruikt.
Opmerking:
Voordat u iets verandert aan de manier waarop de printer is aangesloten of aan de omgeving, moet u eerst controleren of het netwerk dat u wilt aanpassen correct werkt.
Voor Macintosh-gebruikers: als u netwerkinstellingen wilt opgeven met EpsonNet Setup, moet QuickTime 7.x (of hoger) op de computer geïnstalleerd zijn.

EpsonNet Setup starten

Opmerking:
Zie De printer gebruiken vanaf een tweede computer om EpsonNet Setup te installeren.

Windows

Controleer of de printer is ingeschakeld.
Klik op de knop Start (of Start), Programs (Programma's) (of All Programs (Alle programma's)), EPSON en klik vervolgens op xxxxxxx Network Setup (netwerk instellen) (xxxxxxx is de naam van de printer).
Windows 7/Vista: Klik op Continue (Doorgaan) in het dialoogvenster User Account Control (Gebruikersaccountbeheer).

Mac OS X

Controleer of de printer is ingeschakeld.
Dubbelklik op het pictogram Macintosh HD gevolgd door Applications (Programma's) en dan de map Epson Software.
Opmerking:
Als de naam Macintosh HD is gewijzigd, dubbelklikt u op het pictogram van de vaste schijf waarop Mac OS X wordt uitgevoerd.
Dubbelklik achtereenvolgens op de map EpsonNet en de map EpsonNet Setup.
Dubbelklik op het pictogram xxxxxxx Network Setup (netwerk instellen) (xxxxxxx is de naam van de printer) om de software te starten.
Opmerking:
Als een scherm met een beveiligingswaarschuwing verschijnt, controleert u of de uitgever SEIKO EPSON is en klikt u op Unblock (Blokkering opheffen) of Allow (Toestaan) om de firewall op deze computer een uitzondering te laten maken. Als u op Keep blocking (Blijven blokkeren) klikt, registreert u EpsonNet Setup in Windows Firewall. Als commercieel verkrijgbare firewallsoftware is geïnstalleerd, wordt mogelijk het bijbehorende scherm geopend. Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de software en sta de communicatie tijdelijk toe.

De printerverbinding wijzigen

Wanneer u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met EpsonNet Setup, hebt u de volgende kabels nodig.
Voor een draadloos LAN: USB-kabel
Voor een vast LAN: LAN-kabel (Ethernet-kabel)
Volg tijdens het instellen de instructies voor het aansluiten en losmaken van de kabels.
Opmerking:
Als u netwerkinstellingen wilt opgeven, moet u eerst de geheugenkaart uit de printer verwijderen voordat u met het instellen begint.
Voordat u iets verandert aan de manier waarop de printer is aangesloten, moet u eerst controleren of het netwerk dat u wilt aanpassen correct werkt. Wanneer u iets wilt veranderen aan de verbinding in een draadloos LAN, moet u bovendien de instellingen van de breedbandrouter (toegangspunt) en computer noteren. Tijdens het instellen moet u namelijk weten wat de SSID en de beveiligingsinstellingen zijn.
Als u de printer tot dusver alleen hebt gebruikt als kopieer- of faxapparaat (zonder het apparaat aan te sluiten op de computer), is de benodigde software mogelijk nog niet op de computer geïnstalleerd. In dit geval wijkt de methode voor het aanpassen van de printerverbinding af van het onderstaande. Volg de instructies op de poster Hier beginnen en gebruik de cd-rom met software om de verbindingsinstellingen voor de computer helemaal van begin af aan op te geven.
Schakel de printer in en controleer of het LAN normaal werkt.
Steek de kabel in de printer.
Start EpsonNet Setup via het menu Start. EpsonNet Setup starten.
Lees de firewallwaarschuwing, selecteer Allow Access (Windows Firewall only) (Toegang toestaan (alleen Windows Firewall)) en klik op Next (Volgende).
Opmerking:
Als op de computer al een uitzondering is gemaakt of als de firewall op de computer is uitgeschakeld, wordt het selectievakje Allow Access (Windows Firewall only) (Toegang toestaan (alleen Windows Firewall)) niet weergegeven.
Als een scherm met een beveiligingswaarschuwing van het besturingssysteem of de toepassing verschijnt, controleert u of de uitgever SEIKO EPSON is en klikt u op Unblock (Blokkering opheffen) of Allow (Toestaan) om een uitzondering voor de firewall te maken.
In het scherm Select a Printer (Printer selecteren) selecteer u de printer die u wilt gebruiken, waarna u op Next (Volgende) klikt.
Selecteer in het scherm Select Settings (Instelling selecteren) de optie Printer and computer settings (Printer- en computerinstellingen) en klik op Next (Volgende).
De huidige instelling wordt weergegeven. Klik op Change Settings (Instellingen wijzigen).
Selecteer de verbindingsmethode die u wilt wijzigen.
Overschakelen naar een vast LAN: selecteer Print via Wired LAN (Afdrukken via vast netwerk) en ga rechtstreeks naar stap 10.
Overschakelen naar een draadloze router die overweg kan met WPS: selecteer Print via Wireless LAN - Automatic Setup (Afdrukken via draadloos netwerk - automatisch instellen) en klik op Next (Volgende).
Overschakelen naar een andere router of een ad-hocverbinding: selecteer Print via Wireless LAN - Manual Setup (Afdrukken via draadloos netwerk - handmatig instellen) en klik op Next (Volgende).
Selecteer de naam (SSID) van het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op Next (Volgende).
Opmerking:
Als u de SSID of de communicatiemodus met de hand wilt instellen, moet u Enter Manually (Handmatig invoeren) selecteren, waarna u de desbetreffende instellingen kunt invoeren.
Voer de WEP-sleutel of WPA-wachtzin in die voor het draadloze netwerk is ingesteld.
Opmerking:
Deze stap wordt overslagen als er geen beveiliging is ingesteld voor het draadloze netwerk.
Controleer of de status is gewijzigd en klik op Next (Volgende).
Sluit de kabel aan of maak de kabel los volgens de instructies voor het wijzigen van de netwerkinstellingen.
Volg de instructies op het scherm om instellingen op te geven voor de verbindingsstatus.