Probleemoplossing
De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van het LCD-scherm op het bedieningspaneel van uw printer.
Fout
|
LCD-scherm |
Oplossing |
|
Zwarte inkt op. |
Vervang de zwarte cartridge door een nieuwe. |
|
Kleureninkt op. |
Vervang de kleurencartridge door een nieuwe. |
|
Zwart en kleureninkt op. |
Vervang de zwarte en kleurencartridge door een nieuwe. |
|
Papier is niet correct geladen. |
Leg papier in de papiertoevoer en druk op de onderhoudsknop |
|
Rolpapier is losgeraakt uit de printer of het papier is vastgelopen. Gebruik voor rolpapier de papierknoppen om het papier terug op de rol te winden, en druk vervolgens op de rolpapierknop. Voor vastgelopen papier raadpleegt u de documentatie bij uw printer voor het verhelpen van dergelijke problemen. |
Papier losgeraakt:
Vastgelopen papier:
Als rolpapier vast blijft zitten, houdt u de papierrolknop |
|
Kleuren inktcartridge niet correct geïnstalleerd. |
Installeer de cartridge opnieuw. |
|
Zwarte inktcartridge niet correct geïnstalleerd. |
|
|
Zwart en kleuren inktcartridges niet correct geïnstalleerd. |
|
|
Onderhoudsbeurt nodig. Delen in uw printer zijn aan het einde van hun looptijd. Contacteer uw verkoper voor vervangingsonderdelen. |
Neem contact op met uw leverancier. |
|
Snijfout. Zet de printer uit en verwijder alle vastgelopen papier. Wacht enkele minuten en zet vervolgens de printer terug aan. |
Wis alle afdruktaken die op de computer klaarstaan om te worden afgedrukt, voordat u de printer uitzet. Verwijder het vastgelopen papier, wacht enkele minuten en zet de printer weer aan. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor het verwijderen van afdruktaken. |
|
Kan niet snijden. Zet de printer uit en verwijder alle vastgelopen papier. Wacht enkele minuten en zet vervolgens de printer terug aan. |
Wis alle afdruktaken die op de computer klaarstaan om te worden afgedrukt, voordat u de printer uitzet. Verwijder het vastgelopen papier, wacht enkele minuten en zet de printer weer aan. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor het verwijderen van afdruktaken. |
|
De ingestoken kaart kan niet worden gebruikt met deze printer. |
Gebruik een compatibele en geformatteerde geheugenkaart. |
|
Algemene fout |
Wis alle afdruktaken die op de computer klaarstaan om te worden afgedrukt, voordat u de printer uitzet. Verwijder het vastgelopen papier, wacht enkele minuten en zet de printer weer aan. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor het verwijderen van afdruktaken. Neem contact op met uw leverancier als het probleem blijft bestaan. |
|
Systeemfout. Houd de Aan/uit-knop gedurende 5 seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen. |
Wis alle afdruktaken die op de computer klaarstaan om te worden afgedrukt, voordat u de printer uitzet. Verwijder het vastgelopen papier, wacht enkele minuten en zet de printer weer aan. Raadpleeg Afdrukken annuleren voor het verwijderen van afdruktaken. Neem contact op met uw leverancier als het probleem blijft bestaan. |
|
Fout |
LCD-scherm |
Overige |
|
Inkt bijna op |
Inktpictogram knippert |
Schaf een nieuwe cartridge aan. |
|
Afdrukken vanaf de computer*1 |
Communicatie met de computer. Wacht a.u.b. |
Start het afdrukken via het LCD-scherm nadat het afdrukken vanaf de computer is voltooid. |
|
Ongeschikt extern apparaat.*2 |
Aangesloten apparaat kan niet worden gebruikt. |
Sluit een extern opslagapparaat aan dat compatibel is met de printer. |
| *1 Deze waarschuwing wordt weergegeven wanneer op de knop Print wordt gedrukt en verdwijnt weer na drie seconden. |
| *2 Deze waarschuwing wordt om de drie seconden weergegeven en blijft dan één seconde op het LCD-scherm zichtbaar. |
![]() Volgende |