Eenvoudig afdrukken
Stap 1. Selecteren welke gegevens u wilt afdrukken
Stap 2. Papier voorbereiden en plaatsen
Stap 3. De gewenste instellingen maken in de printerdriver
Stap 4. Documenten afdrukken
Selecteer een document op A4-formaat dat u wilt afdrukken. Elk soort document, zoals een foto of tekst, voldoet.
Nadat u het document hebt geselecteerd, bereidt u normaal A4-papier voor en plaatst u dit in de printer.
Volg de onderstaande instructies voor het plaatsen van papier.
![]() | Breng de uitvoerlade omlaag en schuif het verlengstuk uit. Stel de linkergeleider zo in dat de afstand tussen beide zijgeleiders iets breder is dan het papier. |
![]() | Waaier een stapel papier los en klop de stapel recht op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen. |
![]() | Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar boven en met de rechterkant tegen de rechterzijgeleider in de papiertoevoer. Schuif de linkerzijgeleider tegen de linkerkant van het papier aan. |

Volg de onderstaande instructies voor het instellen van de printerdriver voor normaal A4-papier.
![]() | Kies Afdrukken (Print) of Printerinstelling (Print Setup) in het menu Bestand (File) van de Windows-toepassing. |
![]() | Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Printer, Instellingen (Setup), Opties (Options) of Eigenschappen (Properties). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.) De printersoftware wordt geopend. |
![]() | Klik op het tabblad Hoofdgroep en selecteer Papiertoevoer, Gewoon papier en A4 bij Papieropties en Tekst & Afbeelding bij Kwaliteitstype. |

![]() | Klik op OK om het venster te sluiten. |
U kunt nu het document vanuit de toepassing afdrukken.
Klik op OK om af te drukken.

Hiermee hebt u de basismethode voor afdrukken doorlopen. Als u geavanceerde afdrukinstellingen wilt gebruiken, raadpleegt u Inleiding.
![]() Volgende |