Horizontale strepen
Onjuiste verticale uitlijning of strepen
Onjuiste of ontbrekende kleuren
Onduidelijke of vlekkerige afdrukken

Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, maak dan een vergelijking met de volgende illustraties.

Dit is een normaal voorbeeld.

Dit zijn voorbeelden van problemen met de afdrukkwaliteit. Klik op het bijschrift onder de illustratie die het meest overeenkomt met uw afdruk.

• Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer geplaatst.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
  Zie De printkop reinigen

• Verbruik de fotocartridge binnen zes maanden na opening van de verpakking.

• Gebruik altijd een originele Epson fotocartridge.

• Kijk op het display. Controleer of het pictogram wordt weergegeven op het display. Als dit zo is, moet u het PicturePack vervangen.
  Zie de Gebruikershandleiding - voor gebruik zonder computer - voor het vervangen van het PicturePack.

• Zorg ervoor dat bij Papierformaat/-type de juiste instelling is geselecteerd voor het type papier dat zich in de printer bevindt.

Boven

• Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer geplaatst.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
  Zie De printkop reinigen

• Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
  Zie De printkop uitlijnen

• Zorg ervoor dat bij Papierformaat/-type de juiste instelling is geselecteerd voor het type papier dat zich in de printer bevindt.

Boven

• Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in de printerdriver. Zie de online-Help voor meer informatie.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
  Zie De printkop reinigen

Vervang het PicturePack als de kleuren nog steeds niet kloppen of als er bepaalde kleuren ontbreken.
Zie de Gebruikershandleiding - voor gebruik zonder computer - voor het vervangen van het PicturePack.

• Als u het PicturePack net hebt vervangen, controleer dan of de datum op de verpakking nog niet is verstreken. Vervang het PicturePack ook als de printer lange tijd niet is gebruikt.
  Zie de Gebruikershandleiding - voor gebruik zonder computer - voor het vervangen van het PicturePack.

Boven

• Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt voor uw printer.

• Gebruik alleen papier dat door Epson wordt aanbevolen.
  Zie Inkt en papier

• Gebruik altijd een origineel Epson PictureMate PicturePack.

• Zorg ervoor dat de printer op een vlakke, stabiele ondergrond staat die groter is dan de printer. De printer werkt niet goed als hij scheef staat.

• Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, vuil of te oud is.

• Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde naar boven in de printer is geladen.

• Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de richting van de afdrukzijde.

• Zorg ervoor dat bij Papierformaat/-type de juiste instelling is geselecteerd voor het type papier dat zich in de printer bevindt.

• Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de klep aan de voorzijde.

• Raak de bedrukte zijde van papier met een glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat deze zijde nergens mee in aanraking komt. Na het afdrukken moet u de inkt enkele uren laten drogen.

• Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
  Zie De printkop reinigen

• Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
  Zie De printkop uitlijnen

Boven