Basisprocedure voor het scannen

Een afbeelding scannen

Stap 1. De scanner aanzetten
Stap 2. Materiaal op de glasplaat plaatsen
Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen
Stap 3. Het resultaat opslaan als afbeeldingsbestand

EPSON Scan heeft vier modi voor het scannen van afbeeldingen: volautomatische modus, thuismodus, kantoormodus en professionele modus. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een afbeelding scant in de volautomatische modus. Met de volautomatische modus kunt u afbeeldingen scannen met instellingen die automatisch voor u worden vastgelegd. Zie De juiste scanmodus kiezen voor meer informatie.

Opmerking:
  • U kunt geen afbeelding scannen die meer geheugen of schijfruimte vergt dan beschikbaar is. Als u probeert een afbeelding te scannen die te groot is, verschijnt er een waarschuwing op uw scherm.
  • De kantoormodus kan alleen worden gebruikt wanneer de apart verkrijgbare automatische documenttoevoer is geïnstalleerd.

Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
De meeste illustraties in dit gedeelte zijn voor Windows. Ze kunnen verschillen van wat u op uw scherm te zien krijgt. De instructies zijn echter dezelfde, tenzij anders vermeld.

Let op:
Voordat u met de volgende stappen begint, moet u ervoor zorgen dat alle benodigde software, waaronder EPSON Scan, is geïnstalleerd. Zie de poster Hier beginnen voor meer informatie over het installeren van de software.

Stap 1. De scanner aanzetten

Voordat u de scanner aanzet, moet u ervoor zorgen dat de transportvergrendeling in de onvergrendelde stand staat en dat de scanner is aangesloten op de computer. Zorg er ook voor dat de kabel van het deksel is aangesloten.

Zet de scanner aan. Het lampje van de knop Start knippert en blijft vervolgens branden (groen). Dit betekent dat de scanner klaar is met de initialisatie.


[Boven]

Stap 2. Materiaal op de glasplaat plaatsen

U kunt twee soorten materiaal scannen: reflecterende documenten (zoals foto's of papier) of transparante materialen (zoals film). Volg de onderstaande koppelingen voor het plaatsen van het juiste materiaal op de glasplaat.

Film op de scanner plaatsen
Foto's en documenten op de scanner plaatsen


[Boven]

Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen

Opmerking voor gebruikers van Mac OS X:
Het is niet altijd mogelijk om EPSON Scan te starten zoals hier wordt beschreven. Dit hangt af van de toepassing die u gebruikt.

U kunt EPSON Scan als volgt starten.

In dit gedeelte krijgt u uitleg over het starten van EPSON Scan vanuit Photoshop Elements. Zie Scansoftware (EPSON Scan) rechtstreeks starten voor meer informatie over een andere manier om EPSON Scan te starten.

Opmerking voor gebruikers van Mac OS X 10.3:
Gebruik de functie Snelle gebruikersoverschakeling (Fast User Switching) niet tijdens het gebruik van de scanner.

Start Adobe Photoshop Elements.

Voor gebruikers van Windows:
Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (voor Windows XP) of Programma's (Programs) (voor Windows Me, 98 Tweede Editie en 2000), en klik op Adobe Photoshop Elements 2.0.

Voor Macintosh-gebruikers:
Dubbelklik op de map Adobe Photoshop Elements 2 in Macintosh HD en dubbelklik vervolgens op het pictogram Photoshop Elements 2.0.

Selecteer Importeren (Import) in het menu Bestand (File) en kies EPSON Perfection 4180. EPSON Scan wordt gestart.

Opmerking voor gebruikers van Windows XP:
Selecteer de scanner niet met de optie WIA-EPSON Perfection 4180 in het menu. Doet u dit wel, dan kan de functionaliteit van de EPSON-scanner niet volledig worden benut.

EPSON Scan maakt automatisch een voorbeeldscan en herkent de bron en het type van het document.

Opmerking:
De eerste keer dat u wilt scannen na installatie van de apart verkrijgbare automatische documenttoevoer, wordt een andere scanmodus dan de volautomatische modus gestart. Dit komt doordat de volautomatische modus niet kan worden gebruikt in combinatie met de automatische documenttoevoer.

Als u meer instellingen wilt opgeven, klikt u op Pauze en vervolgens op Opties om het dialoogvenster Opties te openen. Zie de online-Help voor meer informatie over instellingen door te klikken op de knop Help in het dialoogvenster Opties.

Nadat EPSON Scan een voorbeeldscan heeft gemaakt en het type document heeft herkend, verschijnt het volgende venster. In het venster ziet u het documenttype.

EPSON Scan lokaliseert automatisch de doelafbeeldingen, past een correctie toe als ze scheef liggen en start vervolgens het scanproces.

Opmerking:
Wanneer u in dit venster op Annuleren klikt, wordt EPSON Scan afgesloten.

De gescande afbeelding wordt naar Photoshop Elements verzonden.

Opmerking:
  • In de volautomatische modus kan het resultaat, afhankelijk van het type afbeelding dat u scant, anders zijn dan verwacht. Scan de afbeelding in dat geval in de thuismodus of professionele modus.
  • Raadpleeg de documentatie bij het programma voor meer informatie over verdere bewerking van de gescande afbeeldingen.


[Boven]

Stap 3. Het resultaat opslaan als afbeeldingsbestand

Na het scannen moet u de afbeelding opslaan aan de hand van de volgende stappen.

Selecteer Opslaan als (Save As) in het menu Bestand (File) van Adobe Photoshop Elements.

Typ een bestandsnaam, selecteer een bestandstype en klik vervolgens op Opslaan. De beschikbare bestandstypen worden beschreven in het volgende gedeelte.

Bestandstypen

In deze tabel vindt u enkele veelgebruikte bestandstypen. Selecteer bij het opslaan van afbeeldingsbestanden de bestandsindeling die door uw beeldbewerkingsprogramma wordt ondersteund.

Bestandstype (extensie)

Uitleg

BITMAP (*.BMP)
(alleen Windows)

Een standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.

EPS (*.EPS)

Een PostScript-bestandsindeling. De meeste teken- en DTP-software is compatibel met EPS.

JPEG (*.JPG)

Een gecomprimeerde bestandsindeling. De mate van compressie kan worden ingesteld. Met JPEG is een relatief hoge compressie mogelijk. Maar hoe hoger de compressie, des te lager de kwaliteit van de afbeelding. (N.B.: de oorspronkelijke gegevens kunnen niet meer worden teruggehaald.) Bovendien neemt de kwaliteit af telkens wanneer het bestand wordt opgeslagen. Daarom wordt het bestandstype TIFF aangeraden wanneer een bestand uitgebreid moet worden bewerkt of geretoucheerd.

Multi-TIFF (*.TIF)

Een TIFF-bestandsindeling waarbij meerdere pagina's worden opgeslagen in hetzelfde bestand. Om Multi-TIFF-bestanden te kunnen openen hebt u een toepassing nodig die dit bestandstype ondersteunt.

PDF (*.PDF)

Een documentindeling die volledig platformonafhankelijk is. Voor het gebruik van PDF-documenten hebt u Adobe Acrobat Reader of Acrobat nodig. Wanneer u kleuren- of zwart-witafbeeldingen opslaat als PDF-bestand, kunt u zelf de gewenste compressiekwaliteit selecteren.

PICT (*.PCT)
(alleen Macintosh)

Een standaardindeling van Macintosh voor afbeeldingsbestanden. De meeste Macintosh-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.


[Boven]


Vorige