EPSON

Documenten afdrukken

Papier laden

Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van papier.
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte bij gebruik van speciaal Epson-afdrukmateriaal.

Afdrukinstellingen voor Windows

Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Open de afdrukinstellingen.
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep) en selecteer een van de volgende instellingen bij Quality Option (Kwaliteitoptie):
Draft (Concept) voor snelle afdrukken met een lagere afdrukkwaliteit
Text (Tekst) voor documenten met uitsluitend tekst met een hogere tekstkwaliteit
Text & Image (Tekst & Afbeelding) voor documenten met tekst en afbeeldingen in een hogere kwaliteit
Selecteer Sheet (Papiertoevoer) bij Source (Bron).
Selecteer het gewenste Type.
Selecteer de juiste instelling voor Size (Formaat). U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Zie de online-Help voor meer informatie.
Selecteer Portrait (Staand) (verticaal) of Landscape (Liggend) (horizontaal) om de afdrukstand van het document op het papier op te geven.
Klik op OK om het venster met afdrukinstellingente sluiten.
Druk het bestand af.

Afdrukinstellingen voor Mac OS X 10.5

Volg de onderstaande instructies om de juiste afdrukinstellingenop te geven.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
Klik op de knop  om het dialoogvenster te vergroten.
Selecteer de printer die u gebruikt bij Printer en geef de gewenste instellingen op.
Opmerking:
Afhankelijk van de toepassing kunt u bepaalde items in dit dialoogvenster mogelijk niet selecteren. Is dat het geval, dan klikt u op Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Bestand) van de toepassing en wijzigt u de instellingen naar wens.
Selecteer Print Settings (Afdrukinstellingen) in het venstermenu.
Geef de voor het afdrukken benodigde instellingen op. Zie de online-Help voor meer informatie over Print Settings (Afdrukinstellingen).
Klik op Print (Afdrukken) om te beginnen met afdrukken.

Afdrukinstellingen voor Mac OS X 10.3 of 10.4

Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Open het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling).
Selecteer de printer die u gebruikt bij Format for (Stel in voor).
Geef de gewenste instellingen op bij Paper Size (Papierformaat) en Orientation (Afdrukstand). U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Zie de online-Help voor meer informatie.
Klik op OK om het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling) te sluiten.
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
Selecteer bij Printer de printer die u gebruikt. Geef vervolgens de gewenste instellingen op bij Copies & Pages (Aantal en pagina's).
Selecteer Print Settings (Afdrukinstellingen) in het venstermenu.
Geef de gewenste instelling op bij Media Type (Afdrukmateriaal), Color (Kleur) en Mode (Modus). Zie de online-Help voor meer informatie over Print Settings (Afdrukinstellingen).
Klik op Print (Afdrukken) om te beginnen met afdrukken.