 |
 |
|
||
 |
||||
Losse vellen laden in de papiersleuf vooraan
Ga als volgt te werk om papier te laden in de papiersleuf vooraan.
 |
Controleer of de papiergeleider goed is geïnstalleerd. Installeer hem indien nodig.
|
 |
Zorg ervoor dat het papierdeksel gesloten is.
|
 |
Open de voorpapiergeleider door aan het lipje midden op de geleider te trekken. Verplaats de geleider voor de linkerrand zoals wordt aangegeven. (Het afdrukken begint bij het pijltje.) Stel vervolgens de geleider voor de rechterrand in op de breedte van het papier dat u gebruikt.
|
 |
Zet de hendel daarna in de positie voor losse vellen. Zet ook de papierdiktehendel (onder de printerkap) naar de juiste stand voor de dikte van uw papier. Zie De papierdiktehendel afstellen.
|
 |
Zet de printer aan als deze nog niet aan staat.
|
 |
Schuif een vel papier met de afdrukzijde naar boven in de printer tussen de randgeleiders. Druk het papier aan tot u het niet verder kunt invoeren. De printer voert het papier automatisch door en is gereed om af te drukken.
|
Opmerking:|
Sluit de printerkap altijd voordat u gaat afdrukken. Afdrukken is niet mogelijk wanneer de kap open is.
|
 |
Het is mogelijk dat u de printerdriverinstellingen moet controleren en wijzigen. Stuur vervolgens een afdruktaak naar de printer.
|
Als de printer de gegevens ontvangt, wordt de pagina afgedrukt en terug op de papiergeleider bovenaan de printer uitgevoerd. Verwijder het afgedrukte blad en plaats een nieuw vel in de papiergeleider vooraan om door te gaan met afdrukken. Als u een vel wilt uitwerpen, drukt u op de knop Load/Eject.
Als de eerste regel te hoog of te laag op de pagina wordt afgedrukt, kunt u dit verhelpen met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen). Zie De beginpositie instellen.
Let op:|
Gebruik de knop voor het aanpassen van de beginpositie of papieruitvoer nooit terwijl de printer aan staat. Hierdoor kan de printer beschadigd raken of kan de beginpositie versteld worden.
|