 |
 |
|
||
 |
||||
Beschikbare papiersoorten en papiersleuven
Zoals hieronder wordt getoond, kunt u losse vellen een voor een laden in de papiergeleider bovenaan de printer of vooraan de printer. U kunt afdrukken op gewone losse vellen, losbladige meervoudige formulieren, postkaarten en enveloppen. Het losse vel papier kan een breedte hebben van 100 t/m 420 mm (3,9 t/m 16,5 inch).
Opmerking:|
Zie Papier voor uitgebreide specificaties voor de soorten losse vellen die u kunt gebruiken.
|
|
De bovenste papiersleuf gebruiken
|
 |
|
De papiersleuf vooraan gebruiken
|
 |
In onderstaande tabel wordt het soort papier weergegeven dat u in de papiersleuf vooraan en bovenaan kunt plaatsen evenals de instelling voor de papierdiktehendel. Zie De papierdiktehendel afstellen voor informatie over de papierdiktehendel.
|
Papiersoort
|
Beschikbare papiersleuven
|
Stand van hendel voor papierdikte
|
|
|
Normaal papier
|
Losse vellen
|
Bovenzijde en voorzijde
|
-1 of 0
|
|
Doorslagpapier (zonder carbon)
|
2 delen (origineel + 1 kopie)
|
1
|
|
|
3 delen (origineel + 2 kopieën)
|
2
|
||
|
4 delen (origineel + 3 kopieën)
|
3
|
||
|
5 delen (origineel + 4 kopieën)
|
5
|
||
|
6 delen (origineel + 5 kopieën)
|
7
|
||
|
Briefkaarten
|
2
|
||
|
Enveloppen
|
Naar boven
|
2 - 6
|
|
Opmerking:|
Als het afgedrukte papier vegen vertoont, moet u mogelijk de papierdiktehendel een stand hoger zetten om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Als de afdruk vaag is of veel onafgedrukte ruimtes vertoont, moet u mogelijk de papierdiktehendel een stand lager zetten om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Plaats geen papier dat beschadigd, gekruld of gevouwen is.
|