Home
Probleemdiagnose

Foutindicators
EPSON Status Monitor (alleen Windows)
Een printercontrole uitvoeren

Volg in geval van printerproblemen altijd de volgende twee stappen. Probeer eerst de oorzaak van het probleem te achterhalen en pas dan de meest voor de hand liggende oplossingen toe totdat het probleem is opgelost.

De informatie die u nodig hebt om de meest voorkomende problemen te lokaliseren en op te lossen krijgt u via de online-probleemoplossing, het bedieningspaneel van de printer, het hulpprogramma EPSON Status Monitor of door een printercontrole uit te voeren. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.

Als u specifieke problemen hebt met de afdrukkwaliteit, een afdrukprobleem dat geen verband houdt met de afdrukkwaliteit of een probleem met de papierinvoer, of als de printer helemaal niets meer wil doen, raadpleeg dan het betreffende gedeelte.

Voordat u een probleem kunt oplossen, kan het noodzakelijk zijn het afdrukken te annuleren.
Zie Afdrukken annuleren

Foutindicators

De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van de lampjes op uw printer. Als de printer niet functioneert en de lampjes branden of knipperen, kunt u de diagnose stellen aan de hand van de onderstaande tabel. Vervolgens voert u de voorgestelde oplossingen uit.

Lampjes

Probleem en oplossing

Papier op

Er is geen papier in het apparaat geladen.

Laad papier in de papiertoevoer en druk vervolgens op de papierknop . De printer gaat door met afdrukken en het lampje gaat uit.

Vastgelopen papier

Het papier is vastgelopen in de printer.

Zie Vastgelopen papier

Inkt op

Er is een cartridge leeg of niet geïnstalleerd.

Vervang de cartridge door een nieuwe. Als het lampje na het vervangen van de cartridge nog steeds brandt, is de cartridge misschien niet goed geïnstalleerd. Installeer de cartridge opnieuw en zorg ervoor dat hij goed vastklikt.
Zie Een lege cartridge vervangen

Onjuiste cartridge

De geïnstalleerde cartridge is niet geschikt voor deze printer.

Vervang de incompatibele cartridge door een cartridge van het juiste type (zwart of kleur).
Zie Een cartridge vervangen die nog niet leeg is

Verkeerd geïnstalleerde cartridge

Er is een cartridge niet goed geïnstalleerd.

Als de printkop zich in de uitgangspositie bevindt, drukt u op de inktknop om de printkop te verplaatsen naar de positie voor vervanging van de cartridge. Haal de cartridge uit de printer en steek hem er opnieuw in. Ga vervolgens door met de installatie van de cartridge.

Als de printkop zich bevindt in de positie voor vervanging van de cartridge, verwijdert u de cartridge en plaatst u de cartridge opnieuw. Ga vervolgens door met de installatie van de cartridge.

Inkt bijna op

De cartridge (zwart of kleur) is bijna leeg.

Schaf een nieuwe cartridge aan (zwart of kleur). Om te bepalen welke cartridge bijna leeg is controleert u de cartridgestatus.
Zie De hoeveelheid inkt controleren

Terugloopfout

De printkop is tijdens het teruglopen klemgeraakt door vastgelopen papier of ander materiaal en kan niet terugkeren naar de uitgangspositie.

Zet de printer uit. Open de printerkap en verwijder al het papier en alle eventuele obstakels uit de papierbaan. Zet de printer vervolgens weer aan. Neem contact op met uw leverancier als dit het probleem niet oplost.

Onbekende printerfout

Er is een onbekende printerfout opgetreden.

Zet de printer uit en neem contact op met uw leverancier.

EPSON Status Monitor (alleen Windows)

Als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt, verschijnt er een foutbericht in het venster van de voortgangsbalk.

Als de inkt op is, klikt u in EPSON Status Monitor op Hoe. U wordt dan stap voor stap begeleid bij de procedure voor het vervangen van de cartridges.

Als u de foutmelding krijgt dat bepaalde onderdelen van de printer het einde van hun levensduur hebben bereikt, moet u contact opnemen met uw leverancier om ze te laten vervangen.

Een printercontrole uitvoeren

Als u de oorzaak van het probleem niet kunt achterhalen, kunt u met een speciale controle bepalen of het probleem bij de printer of bij de computer moet worden gezocht.

U drukt als volgt een controlepagina af.

Zorg ervoor dat de printer en computer uitstaan.

Verwijder de interfacekabel van de printer.

Zorg ervoor dat de papiertoevoer papier van A4-formaat bevat.

Houd de papierknop ingedrukt en druk op de aan-uitknop om de printer aan te zetten. Laat vervolgens alleen de aan-uitknop weer los. Wanneer de printer begint met het uitvoeren van de controle laat u ook de papierknop los.

Vergelijk de kwaliteit van de afgedrukte controlepagina met het hieronder getoonde voorbeeld. Als de kwaliteit goed is, dus zonder ontbrekende stukken in de testlijnen, functioneert de printer naar behoren.

Het probleem wordt vermoedelijk veroorzaakt door een verkeerde instelling in de printerdriver of de gebruikte toepassing, door de interfacekabel (gebruik altijd een afgeschermde kabel) of door de computer zelf.

De printer werkt normaal

Als de kwaliteit niet goed is (zie illustratie), is er iets mis met de printer.

Als er bijvoorbeeld stukken uit de afgedrukte lijnen ontbreken, is er wellicht sprake van een verstopt spuitkanaaltje of een onjuist uitgelijnde printkop.

De printkop moet worden schoongemaakt