Productinformatie
a. Zijgeleider: zorgt ervoor dat het papier recht wordt ingevoerd. Pas de linkerzijgeleider aan de breedte van het papier aan.
b. Papiertoevoer: voert een stapel papier automatisch in.
c. Papiersteun: dient als steun voor het papier in de papiertoevoer.
d. Beschermkap papiertoevoer: voorkomt dat voorwerpen die u op het deksel hebt geplaatst in het apparaat vallen wanneer u het deksel opent.
e. Scannereenheid: openen en sluiten wanneer u een cartridge vervangt.
f. Uitvoerlade: vangt het uitgevoerde papier op.
g. Aan-knop 
: hiermee zet u het apparaat aan en uit.
h. Deksel: openen en sluiten wanneer u een foto of document plaatst.
a. Instelhendel: bepaalt de afstand tussen de printkop en het papier. Zo kunnen vegen op het papier worden voorkomen. Zet de instelhendel op 
als er vegen op het papier komen bij het afdrukken op dik papier of enveloppen.
b. Cartridgeklemmen: houden de cartridges op hun plaats.
a. Transportvergrendeling: ontgrendel de transportvergrendeling om het loopstuk vrij te maken.
b. Loopstuk: bevat de optische sensor en de lichtbron voor het scannen. Voordat u scant bevindt het loopstuk zich in de uitgangspositie.
c. Bedieningspaneel: zie Functies van het bedieningspaneel voor meer informatie over de werking van het bedieningspaneel.
d. Glasplaat: plaats originelen met de bedrukte zijde op de glasplaat.
