Verklarende woordenlijst
-
additieve primaire kleuren
-
Rood, groen en blauw (RGB) - gelijkmatig gecombineerd vormen deze kleuren wit. Dit zijn de kleuren waarvan uw monitor en scanner gebruikmaken om kleuren af te beelden.
-
afdrukgebied
-
Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale paginaformaat.
-
afdrukmateriaal
-
Materialen waarop gegevens worden afgedrukt, zoals enveloppen, gewoon papier, speciaal papier en transparanten.
-
afdrukwachtrij
-
Als de printer is aangesloten op een netwerk, worden afdruktaken die naar de printer worden gestuurd terwijl deze bezig is met afdrukken, in een wachtrij opgeslagen totdat ze kunnen worden afgedrukt.
-
ASCII
-
American Standard Code for Information Interchange. Een gestandaardiseerd coderingssysteem voor het toewijzen van numerieke codes aan letters en symbolen.
-
banding
-
De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische voorstellingen. Dit treedt op als de printkop niet goed is uitgelijnd.
-
beeld verscherpen
-
Oorspronkelijk een fotografisch proces waarin een zeer scherp en een onscherp beeld worden samengevoegd om een scherper beeld te krijgen. Dit proces wordt door software gesimuleerd om eenzelfde resultaat te krijgen.
-
belichting
-
Een scannerfunctie waarmee gescande beeldgegevens lichter of donkerder kunnen worden gemaakt.
-
bi-level-gegevens
-
Beeldgegevens die zijn opgebouwd uit 1 bit per pixel. Een pixel is één enkele bit digitale gegevens met als enige voorstellingsvorm 1 (licht) of 0 (donker).
-
bit
-
Een binair getal (0 of 1). De kleinste eenheid van informatie die door een printer of computer wordt gebruikt.
-
bit/pixel
-
Aanduiding voor het aantal bits dat een pixel heeft. Hoe meer bits een pixel heeft, hoe gedetailleerder de pixel wordt afgebeeld.
-
buffer
-
Het gedeelte van het geheugen van de printer waarin gegevens worden opgeslagen voordat deze worden afgedrukt.
-
byte
-
Een groep van acht bits die door de computer als een eenheid wordt verwerkt.
-
cartridge
-
Bevat de inkt die de printer gebruikt voor het afdrukken.
-
characters per inch (cpi) (tekens per inch)
-
Een maateenheid voor de grootte van teksttekens. Hiervoor wordt ook wel de term pitch gebruikt.
-
CMYK
-
Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee het hele kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem.
-
ColorSync
-
Software voor gebruik op de Macintosh voor kleurafdrukken van WYSIWYG-kwaliteit (what you see is what you get). Hierbij komt de kleurkwaliteit van de afgedrukte afbeeldingen overeen met die op uw beeldscherm.
-
controlepagina
-
Een pagina die u kunt afdrukken om de werking van de printer te controleren. Op de controlepagina worden de ROM-versie, de codepagina, de inkttellercode en een testpatroon voor de spuitkanaaltjes afgedrukt.
-
cpi
-
Zie characters per inch (cpi) (tekens per inch).
-
dithering (rasteren)
-
Een halftoningsmethode waarbij punten volgens een geordend patroon worden samengebracht. Dithering (rasteren) is het meest geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen met grote kleuroppervlakken, zoals diagrammen en grafische elementen.
-
document
-
Het item, bijvoorbeeld een vel papier of een boek, dat op de glasplaat wordt geplaatst en wordt gescand.
-
dpi
-
Dots per inch of punten per inch. Een maateenheid voor de resolutie. Zie ook resolutie.
-
drempelwaarde
-
Een referentiepunt dat aangeeft of gegevens als "aan" of "uit" worden verwerkt. Bij de gegevens van een kleurenafbeelding betekent "aan" dat een bepaalde kleur wél in een pixel of dot (punt) voorkomt, terwijl dat bij "uit" niet het geval zal zijn.
-
driver
-
Software die instructies naar een randapparaat van de computer stuurt. De printerdriver accepteert bijvoorbeeld afdrukgegevens van uw tekstverwerkingsprogramma en stuurt instructies naar de printer om aan te geven hoe die gegevens moeten worden afgedrukt.
-
drop-outkleur
-
Een kleur die de scanner niet herkent en negeert. In de software van de scanner kunt u kleuren selecteren en uitschakelen.
-
DTP
-
Afkorting van Desktop Publishing. Een systeem waarmee u drukwerk kunt maken op een computer.
-
ESC/I
-
Afkorting van EPSON Standard Code for Image scanners. Een systeem met opdrachten waarmee u scanners via software kunt bedienen.
-
ESC/P
-
Afkorting van EPSON Standard Code for Printers, het opdrachtensysteem dat door de computer wordt gebruikt om de printer te besturen. Dit is een standaard voor alle EPSON-printers die wordt ondersteund door de meeste toepassingen voor pc's.
-
gamma
-
Gamma is een waarde die de relatie tussen de in- en uitvoer van een apparaat uitdrukt. Door het gamma aan te passen kan de helderheid van de middentonen van een beeld worden gewijzigd zonder dat dit een weerslag heeft op de donkere en lichte partijen.
-
geheugen
-
Gedeelte van het elektronische systeem van de printer dat wordt gebruikt voor het opslaan van informatie (gegevens). Bepaalde gegevens zijn vast en worden gebruikt om de werking van de printer te bepalen. Gegevens die door de computer naar de printer worden gestuurd, worden tijdelijk in het geheugen opgeslagen. Zie ook RAM en ROM.
-
grijstinten
-
Gradaties van grijs met een verloop van zwart naar wit. Grijstinten worden gebruikt om kleuren te vervangen als u alleen met zwarte inkt afdrukt.
-
helderheid
-
Bepaalt hoe licht of donker een afbeelding is.
-
Hoge snelheid
-
Een instelling waarmee afbeeldingen in beide richtingen worden afgedrukt Hierdoor wordt sneller afgedrukt.
-
ICM
-
Image Color Matching. Kleurbeheersysteem voor Windows dat ervoor zorgt dat de kleuren door verschillende apparaten consistent worden weergegeven (WYSIWYG). Deze software geeft de kleuren van gescande documenten exact hetzelfde weer op uw beeldscherm of drukt exact dezelfde kleuren af als op uw beeldscherm worden weergegeven.
-
initialiseren
-
De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden (de vaste instellingen). Dit gebeurt elke keer als u de printer inschakelt of een reset uitvoert.
-
inkjet
-
Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten.
-
interface
-
De verbinding tussen de computer en de printer. Via een parallelle interface worden gegevens met een teken of code tegelijk overgedragen. Via een seriële interface worden gegevens bit voor bit overgedragen.
-
interfacekabel
-
De kabel waarmee de printer op de computer wordt aangesloten.
-
kleuraanpassing
-
Een verwerkingsmethode voor kleurengegevens die ervoor zorgt dat kleuren die op een computerscherm worden weergegeven zo veel mogelijk overeenkomen met de afgedrukte kleuren. Er is diverse software voor kleuraanpassing beschikbaar. Zie ook ColorSync.
-
kleurcorrectie
-
Een methode waarmee u de gegevens van een kleurenafbeelding voor een bepaald apparaat zo afstelt dat de kleuren van een gedupliceerde afbeelding zo nauw mogelijk aansluiten bij het origineel.
-
kleurenscheiding
-
Een proces waarbij kleurenbeelden worden herleid tot een beeld met een beperkt aantal primaire kleuren. De scanner maakt gebruik van additieve primaire kleuren (rood, groen en blauw) terwijl printmachines werken met de subtractieve primaire kleuren (cyaan, magenta en geel) en zwart.
-
kleurruimte
-
Een methode waarmee een bepaalde kleur wordt verkregen. De scanner maakt gebruik van additieve primaire kleuren (rood, groen en blauw) terwijl printmachines werken met de subtractieve primaire kleuren (cyaan, magenta en geel) en zwart.
-
lettertype
-
Een tekenstijl met een bepaalde naam.
-
lijnscanning
-
Een vorm van kleurenscannen waarbij primaire kleuren regel per regel worden gescheiden. Hierbij maakt de scanner slechts één aftastbeweging.
-
lokale printer
-
Een printer die via een interfacekabel rechtstreeks is aangesloten op de computer.
-
loopstuk
-
Een scanneronderdeel waarin de optische sensor en de lichtbron van de scanner zijn verwerkt.
-
moiré
-
Een moiré is een arceringpatroon dat op gescande beelden voorkomt wanneer afgedrukt materiaal wordt gescand. Het ontstaat door storingen die voorkomen als gevolg van het verschil tussen de pitch van het scan- en het halftoonraster.
-
monochroom
-
Hiermee wordt bedoeld dat bij het afdrukken slechts een kleur inkt, meestal zwarte, wordt gebruikt
-
paginascanning
-
De vorm van kleurenscannen waarbij de volledige afbeelding voor elke kleur apart wordt gescand.
-
parallelle interface
-
Zie interface.
-
pixel
-
Afkorting van picture element. Elk beeld bestaat uit een aantal pixels. Pixels worden ook aangeduid met hun aantal punten.
-
poort
-
Een kanaal waarlangs apparaten gegevens uitwisselen.
-
primaire kleuren
-
Basiskleuren. Zie "additieve primaire kleuren" en "subtractieve primaire kleuren".
-
printerdriver
-
Een softwareprogramma (ook wel stuurprogramma genoemd) dat opdrachten verzendt voor het gebruik van de voorzieningen van een bepaalde printer Wordt vaak afgekort tot \xd4 driver'
-
RAM
-
Random Access Memory. Het gedeelte van het printergeheugen dat wordt gebruikt als buffer en voor de opslag van door de gebruiker gedefinieerde tekens. Alle gegevens in het RAM gaan verloren als de printer wordt uitgeschakeld.
-
resetten
-
Een printer instellen op de standaardwaarden door het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer aan te zetten.
-
resolutie
-
Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te geven.
-
RGB
-
Rood, groen en blauw. Met deze kleuren wordt een additief kleurengamma van schermkleuren gecreëerd. Hierbij worden gekleurde fosfordeeltjes aan de binnenkant van het display opgelicht met behulp van een elektronenstraal
-
ROM
-
Read Only Memory. Een gedeelte van het geheugen dat alleen kan worden gelezen en niet kan worden gebruikt voor de opslag van gegevens. De inhoud van het ROM blijft behouden als u de printer uitschakelt.
-
scangebied
-
Het feitelijke deel van het document dat door de scanner kan worden gescand.
-
scannen
-
Een handeling die wordt uitgevoerd door de sensor en het loopstuk. Bij het scannen wordt de afbeelding opgedeeld in pixels.
-
selectiekader
-
Een verplaatsbaar en veranderbaar kader dat het gedeelte van een afbeelding afbakent waarvan een voorbeeld wordt weergegeven of dat wordt gescand.
-
spool
-
De eerste stap tijdens het afdrukken, waarin de afdrukgegevens door de printerdriver worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Deze gegevens worden vervolgens rechtstreeks naar de printer of de afdrukserver gestuurd.
-
Spool Manager
-
De software waarmee afdrukgegevens worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Zie ook spool.
-
spuitkanaaltje
-
Fijne kanaaltjes in de printkop waarmee de inkt op de pagina wordt gespoten. Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
-
sRGB
-
Een standaardkleurruimte die wordt toegepast in het kleurbeheersysteem onder Windows 98 (ICM 2.0).
-
standaardinstelling
-
Een waarde of instelling die automatisch wordt gebruikt als de apparatuur wordt ingeschakeld, gereset of geïnitialiseerd.
-
station
-
Een apparaat voor informatiedragers, zoals een cd-rom, vaste schijf of diskette. In Windows wordt aan elk station een letter toegewezen zodat de verschillende stations eenvoudig kunnen worden beheerd.
-
status monitor
-
De software die de status van de printer in de gaten houdt.
-
subtractieve kleuren
-
Kleuren die worden gemaakt door pigmenten die sommige lichtkleuren absorberen en andere weerkaatsen. Zie ook CMYK.
-
subtractieve primaire kleuren
-
De kleuren cyaan, magenta en geel (CMY) die, wanneer ze juist worden gemengd, zwart opleveren. Printers worden vaak van een aparte zwarte cartridge voorzien, omdat bij kleurenmenging geen diepzwart kan worden geproduceerd.
-
toepassing
-
Software waarmee u een bepaalde taak kunt uitvoeren, zoals tekstverwerking of financiële planning.
-
tooncorrectie
-
Een methode om de toonkromme aan te passen zodat de gedupliceerde afbeelding op de verschillende outputapparaten dezelfde schakeringen heeft als de originele afbeelding.
-
toonkromme
-
De grafiek die de contrastverhouding tussen de invoer (originele afbeelding) en de uitvoer (beeldgegevens) aangeeft bij beeldverwerking.
-
USB-interface
-
Universal Serial Bus-interface. Hiermee kan de gebruiker maximaal 127 randapparaten (zoals een toetsenbord, muis en printer) op de computer aansluiten via één universele poort. Met USB-hubs kunnen extra poorten worden toegevoegd. Zie ook interface.
-
WYSIWYG
-
What-you-see-is-what-you-get. Met deze term wordt een afdruk aangeduid die er precies zo uitziet als op het scherm.
-
zuinig afdrukken
-
Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen met minder punten worden afgedrukt om inkt te besparen.
[Boven]