 |
 |
|
||
 |
||||
Afdrukproblemen
Kan niet afdrukken vanuit het netwerk
Kunt u een controlerapport afdrukken?
Controleer op het afgedrukte controlerapport of de netwerkinstellingen juist zijn. Zie De status van de netwerkverbinding controleren en afdrukken.
Als uw printer geen display heeft, druk dan een netwerkstatusoverzicht af zoals hierna wordt beschreven.
Controleer op het afgedrukte controlerapport of de netwerkinstellingen juist zijn. Zie De status van de netwerkverbinding controleren en afdrukken.
Als uw printer geen display heeft, druk dan een netwerkstatusoverzicht af zoals hierna wordt beschreven.
Kunt u een netwerkstatusoverzicht afdrukken?
Controleer op de afdruk van het netwerkstatusoverzicht of de netwerkinstellingen juist zijn. Zie De netwerkstatus controleren en afdrukken.
Controleer op de afdruk van het netwerkstatusoverzicht of de netwerkinstellingen juist zijn. Zie De netwerkstatus controleren en afdrukken.
Zijn de instellingen voor de netwerkverbinding correct?
Zie Configuratieproblemen voor meer informatie over problemen met netwerkinstellingen.
Zie Configuratieproblemen voor meer informatie over problemen met netwerkinstellingen.
Het IP-adres verandert
Is Network Settings (Netwerkinstellingen) - Manual Wi-Fi/Network Setup (Handmatige instelling Wi-Fi/netwerk) (of Manual Wi-Fi Setup (Handmatige instelling Wi-Fi)) - TCP/IP Setup (TCP/IP-instellingen) ingesteld op Auto (Aut.) op het bedieningspaneel?
Als Auto (Aut.) is ingesteld, verandert het IP-adres telkens wanneer de printer wordt ingeschakeld. Als de instelling Auto (Aut.) wordt gebruikt, moet u de volgorde van inschakelen bepalen, of de printer altijd ingeschakeld houden. De instelling Auto (Aut.) is beschikbaar wanneer de printerpoort wordt ingesteld met EpsonNet Print (in Windows) of Bonjour/Rendezvous (in Mac OS X).
Als Auto (Aut.) is ingesteld, verandert het IP-adres telkens wanneer de printer wordt ingeschakeld. Als de instelling Auto (Aut.) wordt gebruikt, moet u de volgorde van inschakelen bepalen, of de printer altijd ingeschakeld houden. De instelling Auto (Aut.) is beschikbaar wanneer de printerpoort wordt ingesteld met EpsonNet Print (in Windows) of Bonjour/Rendezvous (in Mac OS X).
Afdrukken gaat langzaam of de gegevens worden aan het einde afgekapt
Zijn de communicatiemodi (full-duplex/half-duplex) van de printer en de aangesloten hub op elkaar afgestemd?
De standaardcommunicatiemodus van de printer Line Speed (Lijnsnelheid) is ingesteld op Auto (Aut.). Als de communicatiemodus van de hub vast is, komen de communicatiemodi van de printer en de hub niet overeen. De afdruksnelheid wordt extreem traag of de gegevens worden aan het einde afgekapt doordat een time-out optreedt.
De standaardcommunicatiemodus van de printer Line Speed (Lijnsnelheid) is ingesteld op Auto (Aut.). Als de communicatiemodus van de hub vast is, komen de communicatiemodi van de printer en de hub niet overeen. De afdruksnelheid wordt extreem traag of de gegevens worden aan het einde afgekapt doordat een time-out optreedt.
Is de ontvangst slecht?
Als de ontvangst slecht is in een draadloze omgeving, controleert u of zich geen obstakels in de buurt van de printer bevinden. Verplaats de printer naar een locatie met een goede signaalontvangst. U kunt de signaalsterkte controleren op het bedieningspaneel van de printer.
Als de ontvangst slecht is in een draadloze omgeving, controleert u of zich geen obstakels in de buurt van de printer bevinden. Verplaats de printer naar een locatie met een goede signaalontvangst. U kunt de signaalsterkte controleren op het bedieningspaneel van de printer.
Is de printerpoort goed ingesteld?
Volg de onderstaande instructies om de printerpoort te configureren (voor Windows).
1. Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Hardware and Sound (Hardware en geluiden) - Devices and Printers (Apparaten en printers) (Windows 7).
Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Hardware and Sound (Hardware en geluiden) - Printers (Windows Vista).
Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware) - Printers and Faxes (Printers en faxapparaten) (Windows XP).
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer.
3. Selecteer Printer properties (Eigenschappen van printer) (Windows 7) of Properties (Eigenschappen) (Windows Vista/XP).
4. Selecteer het tabblad Ports (Poorten).
5. Controleer of het juiste protocol is geselecteerd in de kolom met de beschrijving voor uw printer.
Volg de onderstaande instructies om de printerpoort te configureren (voor Windows).
1. Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Hardware and Sound (Hardware en geluiden) - Devices and Printers (Apparaten en printers) (Windows 7).
Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Hardware and Sound (Hardware en geluiden) - Printers (Windows Vista).
Klik op Start - Control Panel (Configuratiescherm) - Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware) - Printers and Faxes (Printers en faxapparaten) (Windows XP).
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer.
3. Selecteer Printer properties (Eigenschappen van printer) (Windows 7) of Properties (Eigenschappen) (Windows Vista/XP).
4. Selecteer het tabblad Ports (Poorten).
5. Controleer of het juiste protocol is geselecteerd in de kolom met de beschrijving voor uw printer.