EPSON

Printerdriver en Status Monitor

In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste afdrukresultaten te krijgen. Met de statusmonitor en de printerhulpprogramma’s kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken.
Opmerking voor Windows-gebruikers:
De printerdriver gaat op de website van Epson op zoek naar de nieuwste versie van de printerdriver, waarna eventuele updates automatisch worden geïnstalleerd. Klik op de knop Driver Update (Driverupdate) in het venster Maintenance (Hulpprogramma’s) van de printerdriver en volg verder de instructies op het scherm. Als deze knop niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma’s), wijst u naar All Programs (Alle programma’s) of Programs (Programma’s) in het menu Start van Windows en kijkt u in de map Epson.
Als u de taal van de driver wilt wijzigen, gaat u naar het venster Maintenance (Hulpprogramma’s) van de printerdriver en selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst Language (Taal). Of deze functie aanwezig is, verschilt per land.

De printerdriver voor Windows openen

U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanuit het menu Start van Windows of vanuit de taskbar (taakbalk).
Als u instellingen wilt opgeven die alleen van toepassing moeten zijn op de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Als u instellingen wilt opgeven die door alle Windows-toepassingen moeten worden gebruikt, opent u de printerdriver vanuit het menu Start of vanuit de taskbar (taakbalk).
Raadpleeg de hierna genoemde gedeelten voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze Gebruikershandleiding zijn afkomstig uit Windows 7.

Vanuit Windows-toepassingen

Klik op Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstelling) in het menu File (Bestand).
Klik in het venster dat verschijnt op Printer, Setup (Instellen), Options (Opties), Preferences (Voorkeuren) of Properties (Eigenschappen). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)

Vanuit het menu Start

Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Windows Vista en Server 2008:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer vervolgens Printer in de categorie Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Selecteer de printer en klik vervolgens op Select printing preferences (Voorkeursinstellingen selecteren) of Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Windows XP en Server 2003:
Klik achtereenvolgens op Start, Control Panel (Configuratiescherm) en Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).

Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)

Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer Printer Settings (Printerinstellingen).
Als u een snelkoppelingspictogram aan de taskbar (taakbalk) van Windows wilt toevoegen, opent u eerst de printerdriver via het menu Start (hierboven beschreven). Klik vervolgens op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma’s) en de knop Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen). Schakel in het venster Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen) het selectievakje Shortcut Icon (Snelkoppelingspictogram) in.

Informatie opzoeken via de online-Help

Ga op een van de volgende manieren te werk in het venster van de printerdriver.
Klik met de rechtermuisknop op het item en klik vervolgens op Help.
Klik op de knop rechtsboven in het venster en klik daarna op het item (alleen Windows XP).

De printerdriver voor Mac OS X openen

In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u de dialoogvensters van de printerdriver opent.
Dialoogvenster
Openen
Page Setup (Pagina-instelling)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Page Setup (Pagina-instelling).
Opmerking voor Mac OS X 10.5 of hoger:
Afhankelijk van uw toepassing, wordt Page Setup (Pagina-instelling) niet weergegeven in het menu File (Archief).
Print (Afdrukken)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Print (Afdrukken).
Epson Printer Utility 4
In Mac OS X 10.6 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu en vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Selecteer uw printer in de lijst Printers, klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren) en Utility (Hulpprogramma), en klik vervolgens op Open Printer Utility (Open printer hulpprogramma).
In Mac OS X 10.5 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu en vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Selecteer uw printer in de lijst Printers, klik op Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) en klik vervolgens op de knop Utility (Hulpprogramma).
In Mac OS X 10.4 dubbelklikt u op Macintosh HD, de map Applications (Programma’s) en vervolgens op het pictogram Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) in de map Utilities (Hulpprogramma’s). Selecteer uw printer in de Printer List (Printerlijst) en klik vervolgens op de knop Utility (Hulpprogramma).

Informatie opzoeken via de online-Help

Klik op de knop Help in het dialoogvenster Print (Afdrukken).