Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd.
U kunt de printkop reinigen vanaf uw computer met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) of rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen op het bedieningspaneel.
Opmerking:
Reinig de printkop alleen als de afdrukkwaliteit afneemt, bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden of als de kleuren niet kloppen of ontbreken.
Gebruik eerst het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) om na te gaan of de printkop moet worden gereinigd. Hierdoor bespaart u inkt.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. Wanneer de inkt op is, kunt u de printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
Het hulpprogramma Printkop reinigen gebruiken (Windows)
Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) gaat u als volgt te werk.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het lcd-scherm worden weergegeven.
Zorg ervoor dat de papiertoevoer papier van A4-formaat bevat.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer Head Cleaning (Printkop reinigen).
Als het printerpictogram niet wordt weergegeven, leest u in het gedeelte hierna hoe u het pictogram kunt toevoegen.
Het aan-uitlampje knippert terwijl de printer de reinigingsprocedure uitvoert.
Let op:
Zet de printer nooit uit terwijl het aan-uitlampje knippert. Dit kan de printer beschadigen.
Opmerking:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure ongeveer viermaal hebt herhaald, zet dan de printer uit en wacht ten minste zes uur. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u indien nodig het reinigen van de printkop.
Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal één van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe. Meer informatie over het vervangen van een cartridge voordat die is opgebruikt, vindt u in het boekje.
Neem contact op met uw leverancier als de afdrukkwaliteit nog steeds niet goed is nadat u de cartridges hebt vervangen.
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om regelmatig een paar pagina's af te drukken.
Klik op de knop Head Cleaning (Printkop reinigen) in het dialoogvenster Utility (Hulpprogramma's).
Volg de instructies op het scherm.
Het aan-uitlampje knippert terwijl de printer de reinigingsprocedure uitvoert.
Let op:
Zet de printer nooit uit terwijl het aan-uitlampje knippert. Dit kan de printer beschadigen.
Opmerking:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure ongeveer viermaal hebt herhaald, zet dan de printer uit en wacht ten minste zes uur. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u indien nodig het reinigen van de printkop.
Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal één van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe. Meer informatie over het vervangen van een cartridge voordat die is opgebruikt, vindt u in het boekje.
Neem contact op met uw leverancier als de afdrukkwaliteit nog steeds niet goed is nadat u de cartridges hebt vervangen.
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om regelmatig een paar pagina's af te drukken.