epson

De printer drukt niet af

Het display of de lampjes zijn uit

Druk op de aan-uitknop  On om de printer aan te zetten.
Zet de printer uit en controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Controleer of het stopcontact goed werkt en niet met een muurschakelaar of tijdklok wordt geregeld.

Het display of de lampjes gaan branden en gaan vervolgens weer uit

Het voltage van de printer komt mogelijk niet overeen met dat van het stopcontact. Zet de printer uit en verwijder onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Controleer het etiket achter op de printer.
Let op:
STEEK DE STEKKER NIET MEER IN HET STOPCONTACT als de voltages niet overeenkomen. Neem contact op met uw leverancier.

Het display of de lampjes zijn aan

Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.
Als u de USB-interface gebruikt, neem dan een kabel die voldoet aan de specificaties voor USB 1.1 of 2.0.
Als u de printer via een USB-hub aansluit op de computer, gebruik dan de eerste poort van de hub. Als de printerdriver nog steeds niet wordt herkend door de computer, sluit de printer dan rechtstreeks aan op de computer, dus zonder USB-hub.
Als u de printer via een USB-hub aansluit op de computer, controleert u of hub wordt herkend door de computer.
Zet de printer en de computer uit en koppel de interfacekabel van de printer los. Druk vervolgens een controlepagina af.
Zie De werking van de printer controleren

Als de controlepagina normaal wordt afgedrukt, controleert u of de printerdriver en de gebruikte toepassing juist zijn geïnstalleerd.
Als u een grote afbeelding probeert af te drukken, beschikt uw computer wellicht over onvoldoende geheugen. Verlaag de resolutie van de afbeelding of druk de afbeelding af op een kleiner formaat. Misschien moet u extra geheugen installeren in de computer.
Gebruikers van Windows kunnen eventuele onderbroken afdruktaken verwijderen uit de Windows Spooler (Windows-spooler).
Zie Afdrukken annuleren
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
Zie De printersoftware verwijderen

Er wordt een inktfout aangegeven nadat u de cartridge hebt vervangen

Opmerking:
In de afbeelding in dit gedeelte is de SX218/TX220/520/NX220 gebruikt.
Controleer of de printkop zich in de positie voor het vervangen van cartridges bevindt.
Opmerking:
Als de cartridgehouder zich helemaal rechts bevindt, ga dan op een van de volgende manieren te werk om de cartridgehouder te verplaatsen naar de positie voor het vervangen van cartridges.
SX420W/SX425W/NX420
Druk op de knop  Setup, selecteer Ink Cartridge Replacement (Cartridge vervangen) en druk op de knop  Start.
SX218/TX220/520/NX220
Druk tegelijk op de knop  Index Sheet en  Scan, selecteer Ink Cartridge Replacement (Cartridge vervangen) en druk vervolgens op de knop  Start.
Verwijder de cartridge en plaats deze terug. Ga vervolgens verder met het installeren van de cartridge.
Doe de cartridgekap goed dicht.