Hoe...? / Papierverwerking

Enveloppen laden

Bij het afdrukken op enveloppen dient u rekening te houden met het volgende:

U kunt niet meer dan tien enveloppen tegelijk in de papiertoevoer plaatsen.

Opmerking:

De wijze van vouwen en de dikte van enveloppen wisselt sterk. Als de totale dikte van de stapel enveloppen groter is dan 10 mm, moet u elke envelop goed plat drukken voordat u de enveloppen laadt. Als de afdrukkwaliteit minder wordt als er een stapel enveloppen is geladen, laadt u de enveloppen één voor één.

Zet de instelhendel voor speciaal afdrukmateriaal op .

Opmerking:

Zet de instelhendel na het afdrukken van enveloppen weer op de normale stand . Zet de instelhendel altijd terug op voordat u afdrukt op ander materiaal. De afstand tussen printkop en papier mag immers nooit te groot zijn.

Wanneer de instelhendel op staat, moet u het selectievakje Hoge snelheid in het dialoogvenster Geavanceerd van de printerdriver uitschakelen. Om deze optie uit te schakelen, moet u mogelijk ook de instelling voor Afdrukkwaliteit wijzigen.

Laad enveloppen met de korte zijde naar voren en de flap naar links (zie afbeelding).

Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn.

Strijk de flappen van de enveloppen glad voordat u deze laadt.

Gebruik geen enveloppen die erg dun zijn, aangezien deze kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.

Selecteer Gewoon papier bij Afdrukmateriaal op het tabblad Hoofdgroep van de printersoftware.

Selecteer het gewenste envelopformaat uit de instellingen bij Papierformaat en selecteer Liggend als Afdrukstand op het tabblad Papier.

De aangepaste modus Zuinig en de instelling Zuinig die kan worden gekozen onder Afdrukkwaliteit in het dialoogvenster Geavanceerd, kunnen niet worden gebruikt bij het bedrukken van enveloppen.

Selecteer MicroWeave in het dialoogvenster Geavanceerd als enveloppen niet worden opgegeven bij Papierformaat in uw toepassing bij het bedrukken van enveloppen.

EPSON raadt aan zwarte inkt te gebruiken wanneer u enveloppen bedrukt. Mocht u een andere kleur willen gebruiken, stel dan een grotere marge in om te voorkomen dat de inkt vegen geeft op het onderste deel van de envelop.

Voor het afdrukken met zwarte inkt wordt het volgende afdrukgebied aanbevolen.

A:	De bovenmarge is minimaal 3,0 mm (0,12").
B-L:	De linkermarge is minimaal 3,0 mm (0,12").
B-R:	De rechtermarge is minimaal 3,0 mm (0,12").
C:	De ondermarge is minimaal 14 mm (0,55").
:	U kunt de minimale ondermarge verkleinen tot 3 mm door Maximum te selecteren bij Afdrukgebied op het tabblad Papier van de printersoftware (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). De afdrukkwaliteit in het uitgebreide gebied kan echter slechter zijn.

[Boven]