Functies van de printersoftware / Voor Windows-gebruikers

Opties instellen op het tabblad Papier

Met de opties op het tabblad Papier kunt u het papierformaat wijzigen, het gewenste aantal exemplaren en andere parameters voor de exemplaren instellen, de afdrukstand op het papier opgeven en het afdrukgebied aanpassen.

U kunt de volgende opties instellen op het tabblad Papier:

Papierformaat

Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt ook een afwijkend papierformaat toevoegen.

Exemplaren

Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken. U kunt Sorteren selecteren als u telkens een complete set wilt afdrukken, of Omgekeerde volgorde als u uw documenten in omgekeerde volgorde wilt afdrukken, dus de laatste pagina eerst.

Afdrukstand

Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukstand van het document op het papier op te geven. Als u dichter bij de onderkant van het papier wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje 180° draaien in.

Afdrukgebied

Gebruik de opties onder Afdrukgebied om het totale beschikbare gebied voor de afdruk in te stellen.

Selecteer Gecentreerd als u de afdruk wilt centreren. Selecteer Maximum als u het afdrukgebied wilt vergroten.

Opmerking:
  • Als Maximum is geselecteerd als instelling bij Afdrukgebied, kan de afdrukkwaliteit minder zijn aan de randen van de afdruk. Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren, voordat u een grote taak afdrukt met deze instelling.
  • Als Maximum is geselecteerd als instelling bij Afdrukgebied, let er dan op dat het papier in de papiertoevoer niet is omgekruld.


[Boven]


Vorige

Volgende