|
||||||||||||
Beginpagina >
Veiligheid
Belangrijke veiligheidsvoorschriftenLees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u de printer in gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht.
De printer installerenHoud bij de installatie van de printer rekening met het volgende:
De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit apparaat is geleverd. Gebruik van een ander snoer kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Het netsnoer van dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik met dit apparaat. Gebruik met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Probeer de printer niet zelf te repareren.
Haal in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en doe een beroep op een onderhoudstechnicus:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van dit apparaat op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn, beschadigd raken.
Als de stekker beschadigd is, moet u het snoer vervangen of de hulp van een erkend elektricien inroepen.
Als de stekker een zekering bevat, moet u de zekering altijd vervangen door een exemplaar van het juiste type. Een plaats kiezen voor de printerHoud bij het kiezen van een plaats voor de printer rekening met het volgende:
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. Laat als u de printer bij een muur plaatst minstens 10 cm vrij tussen de achterkant van de printer en de muur. De printer werkt niet goed als hij scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden. Anders kan er inkt uit de cartridges lekken.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd de printer ook uit de buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen.
Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken en trillingen, of waar het stoffig is.
Laat rondom de printer voldoende ruimte vrij voor een goede ventilatie.
Zet de printer in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
De printer gebruikenHoud bij het gebruik van de printer rekening met het volgende:
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op de printer morst.
Steek uw hand niet in de printer en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken.
Raak de witte lintkabel in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd.
Zet de printer altijd uit met de aan-uitknop . Wanneer u op deze knop drukt, knippert het aan-uitlampje . Verwijder de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact niet af zolang het aan-uitlampje knippert.
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en de cartridges aanwezig zijn.
Verwijder de cartridges niet. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet meer mogelijk is.
Cartridges hanterenHoud bij het hanteren van de cartridges rekening met het volgende:
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen. Zorg ervoor dat kinderen niet uit de cartridges drinken en er niet mee spelen.
Schud nieuwe cartridges vier of vijf keer voordat u de verpakking opent.
Schud de cartridges niet na het openen van de verpakking. Dit kan lekken veroorzaken.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven. Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken.
Installeer een cartridge meteen nadat u deze uit de verpakking hebt genomen. Als u een cartridge langere tijd buiten de verpakking bewaart en dan pas gebruikt, is normaal afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Haal de cartridge niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan. Anders is normaal afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats.
Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet aan. Dit kan de normale werking schaden.
Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik, dient u de inkttoevoer te beschermen tegen vuil en stof. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer. Een ventieltje in de inkttoevoer maakt een deksel of stop overbodig, maar de inkt kan wel vlekken geven op voorwerpen die tegen dit deel van de cartridge komen. Raak de inkttoevoer of het gebied eromheen niet aan.
Bewaar cartridges met het label naar boven. Bewaar cartridges nooit ondersteboven.
Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen en OpmerkingenWaarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen en Opmerkingen worden in deze Gebruikershandleiding als volgt aangegeven en hebben de hier beschreven betekenis.
Waarschuwingen
Voorzorgsmaatregelen
Opmerkingen
| ||||||||||||