EPSON

De netwerkkaartsleuf configureren

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het bedieningspaneel kunt gebruiken om wijzigingen aan te brengen in de manier waarop computers in het netwerk toegang zoeken tot de geheugenkaartsleuven.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor alle printers of kan mogelijk niet worden ingeschakeld.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Opmerking:
Schakel de printer niet uit en koppel de printer niet los terwijl u instellingen configureert via het bedieningspaneel. Dit kan storingen tot gevolg hebben.
Als u het netwerk instelt terwijl de geheugenkaart wordt benaderd, wordt de toegang tot de kaart afgebroken.
Activeer de instellingenmodus.
Selecteer File Sharing Setup (Bestandsdeling inst.) (File Sharing (Bestandsdel.) op een display van 3,8 cm (1,5 inch)).
Selecteer USB of Network (Netwerk) (Write access from USB (Schrijftoegang vanaf USB) of Write access from network (Schrijftoegang vanaf netwerk) op een display van 3,8 cm (1,5 inch)).
Opmerking:
Wanneer Network (Netwerk) (Write access from network (Schrijftoegang vanaf netwerk) op een display van 3,8 cm (1,5 inch)) is geselecteerd voor de bestandsdeling, kunnen via USB aangesloten computers niet opslaan op de geheugenkaart. Wanneer USB (Write access from USB (Schrijftoegang vanaf USB) op een display van 3,8 cm (1,5 inch)) is geselecteerd voor de bestandsdeling, kunnen computers in het netwerk niet opslaan op de geheugenkaart.
Wanneer een geheugenkaart in de printer is geplaatst, kan een waarschuwing worden weergegeven. Lees de eventueel weergegeven melding en klik op OK.

De netwerkkaartsleuf configureren (voor Windows)

Wijs de geheugenkaartsleuf van de printer toe als netwerkstation.
Windows 7/Vista: Klik op Start (Starten), All Programs (Alle programma's), Accessories (Bureau-accessoires) en Run (Uitvoeren).
Windows XP: Klik op Start gevolgd door Run (Uitvoeren).
Geef de hostnaam van de printer op in het vak Open (Openen) en klik op OK.
De juiste notatie is \\(hostnaam van de printer)\
Klik in het weergegeven venster met de rechtermuisknop op het pictogram MEMORYCARD (Geheugenkaart) en klik op Map Network Drive (Netwerkverbinding maken).
Opmerking:
MEMORYCARD is de standaardinstelling voor de sharenaam.
Selecteer een stationsaanduiding in de Drive list (Lijst met stations).
Opmerking:
Als u de netwerkverbinding altijd wilt gebruiken als u de computer start, schakelt u het selectievakje Reconnect at logon (Opnieuw verbinding maken bij aanmelden) in.
Klik op Finish (Voltooien).
De netwerkverbinding wordt weergegeven in Computer (of My Computer (Deze computer)).

De netwerkkaartsleuf aansluiten (voor Macintosh)

Mac OS X 10.4
Open Finder.
Klik op Network (Netwerk) onder de Sidebar (Navigatiekolom).
Selecteer de naam van uw printer en klik op Connect (Verbind).
Klik op OK in het certificeringsscherm.
Het pictogram MEMORYCARD (Geheugenkaart) wordt weergegeven op het bureaublad.
Mac OS X 10.5/10.6
Open Finder.
Klik op de naam van uw printer onder SHARED (Gedeeld) op de Sidebar (Navigatiekolom).
Dubbelklik op het pictogram MEMORYCARD (Geheugenkaart).
Het pictogram MEMORYCARD (Geheugenkaart) wordt weergegeven op het bureaublad.
U kunt ook op de volgende manier verbinding maken met de netwerkkaartsleuf.
Selecteer Go (Ga) gevolgd door Connect to Server (Verbind met server) in het Finder-menu.
Voer bij Server Address (Serveradres) het volgende in.
cifs://xxxxxxx/MEMORYCARD (xxxxxxx is de naam van de printer in het netwerk)
Klik op Connect (Verbind).
Opmerking:
Als een gebruikersnaam en wachtwoord nodig zijn, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in die voor de computer zijn ingesteld.
Mac OS X 10.4: op het bureaublad wordt een pictogram van een netwerkstation weergegeven voor de geheugenkaart waarmee er verbinding is.
Mac OS X 10.5: de printernaam en de map MEMORYCARD (Geheugenkaart) worden weergegeven onder SHARED (Gedeeld) op de Sidebar (Navigatiekolom).
Opmerking:
In Mac OS X 10.5 hangt de precieze locatie van het woord MEMORYCARD (Geheugenkaart) af van de instellingen van Finder. MEMORYCARD (Geheugenkaart) wordt weergegeven op de locatie die is ingesteld voor Connected servers (Verbonden servers) in Finder - Preferences (Voorkeuren).