EPSON

Uw netwerkinstellingen controleren met een computer

Voordat u de printer op het netwerk kunt aansluiten, moeten onderdelen zoals TCP/IP worden geïnstalleerd en moeten een geldig IP-adres en subnetmasker op de computer worden geconfigureerd.

TCP/IP-instellingen controleren

Volg de onderstaande instructies om te controleren of het TCP/IP-protocol is geïnstalleerd en de adressen en overige instellingen zijn geconfigureerd.

Windows 7/Vista/XP

Klik op de knop Start en klik achtereenvolgens op Network (Netwerk), Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) en Manage network connections (Netwerkverbindingen beheren).
Windows XP: Klik op Start, klik op Explorer (Verkenner) en klik achtereenvolgens op Control Panel (Configuratiescherm) en Network Connections (Netwerkverbindingen).
Klik met de rechtermuisknop op het volgende pictogram en klik op Properties (Eigenschappen).
Draadloze verbinding --> pictogram Wireless Network Connection (Draadloze netwerkverbinding)
Vaste verbinding --> Local Area Connection (LAN-verbinding)
Opmerking:
Als in Windows Vista het dialoogvenster User Account Control (Gebruikersaccountbeheer) wordt weergegeven, klikt u op Continue (Doorgaan).
Controleer of het TCP/IP-protocol (internetprotocol) op de computer is geïnstalleerd.
Opmerking:
Als het TCP/IP-protocol al is geïnstalleerd en het selectievakje is ingeschakeld, gaat u verder met stap 4 en controleert u de instellingen en adressen.
Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klikt u op Install (Installeren) om het TCP/IP-protocol te installeren. Tijdens de installatie moet u mogelijk de cd met het besturingssysteem plaatsen.
Dubbelklik op Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4).
Windows XP: Dubbelklik op Internet Protocol (TCP/IP).
Selecteer de vereiste instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Als u automatisch een IP-adres aan de computer wilt toewijzen wanneer u een DHCP-server of router/toegangspunt (draadloze router enzovoort) met de DHCP-functie gebruikt, selecteert u Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres laten toewijzen).
Stel zo nodig een DNS-server in. (Neem contact op met de serviceprovider en netwerkbeheerder voor meer informatie.)
Start de computer opnieuw op.

Mac OS X

Selecteer System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu.
Klik op het pictogram Network (Netwerk).
Mac OS X 10,4: Selecteer de juiste optie voor uw omgeving onder Show (Tonen).
Voor een vaste verbinding: selecteer Built-in Ethernet (Ingebouwd Ethernet).
Voor een draadloze verbinding: selecteer AirPort.
Mac OS X 10.5/10.6: Selecteer de juiste instelling voor uw omgeving links in het scherm Network (Netwerk).
Voor een vaste verbinding: selecteer Ethernet.
Voor een draadloze verbinding: selecteer AirPort.
Mac OS X 10,4: Controleer of Automatic (Automatisch) is geselecteerd bij Location (Locatie) en klik op het tabblad TCP/IP.
Mac OS X 10.5/10.6: Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
Mac OS X 10,4: Configureer de vereiste instellingen op het tabblad TCP/IP. Klik op Apply Now (Nu toepassen) als u de instellingen hebt geconfigureerd.
Mac OS X 10.5/10.6: Configureer de vereiste instellingen op het tabblad TCP/IP. Klik na het opgeven van de instellingen op OK en vervolgens op Apply (Toepassen).
Opmerking:
Als u automatisch een IP-adres aan de computer wilt toewijzen wanneer u een DHCP-server of router/toegangspunt (draadloze router enzovoort) met de DHCP-functie gebruikt, selecteert u Using DHCP (DHCP gebruiken) bij Configure IPv4 (IPv4 configureren).
Stel zo nodig een DNS-server in. (Neem contact op met de serviceprovider en netwerkbeheerder voor meer informatie.)