U kunt uw scanner gebruiken om te scannen in combinatie met elk scanprogramma dat aan de TWAIN-norm voldoet, zoals Adobe Photoshop Elements en ArcSoft PhotoImpression. U opent het programma in kwestie, selecteert Epson Scan als scanprogramma en scant. Na het scannen wordt de gescande afbeelding geopend in uw scanprogramma, waarmee u de afbeelding vervolgens kunt bewerken, afdrukken en opslaan.

Plaats uw originele foto op de scanner. Zie Documenten of foto’s op de scanner plaatsen.

Start uw scanprogramma.

Dubbelklik op het programmapictogram op het bureaublad (indien aanwezig) of ga op een van de volgende manieren te werk.

Windows:
Selecteer Start > Alle programma's of Programma's > programmamap > programmapictogram.

Mac OS X:
Open de map Programma's, selecteer de programmamap en klik op het programmapictogram.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

Photoshop Elements:
Klik op Foto's bewerken en verbeteren, open het menu Bestand en selecteer Importeren.

Opmerking:

U kunt ook scannen met de opties Nieuw document beginnen en Foto's snel repareren in Photoshop Elements. Zie de Help van Photoshop Elements voor meer informatie. (Photoshop Elements 3.0 kan alleen worden gebruikt met Windows XP of 2000 en Mac OS X 10.2.8 tot 10.3.)

PhotoImpression:
Open het menu Bestand en selecteer Foto ophalen gevolgd door Camera/Scanner.

Selecteer EPSON Perfection V10/V100.

In sommige programma's moet u eerst opgeven dat u de scanner wilt gebruiken als bron. Als u een optie van het type Bron selecteren ziet, moet u die optie kiezen en vervolgens de scanner selecteren.

Opmerking voor gebruikers van Windows XP:

Selecteer uw scanner bij het importeren of opvragen niet met de optie WIA, anders kunt u niet alle functies van uw scanner gebruiken.

Epson Scan wordt automatisch gestart. Zie Epson Scan-instellingen selecteren voor meer informatie over het gebruik ervan.