Home
De afdruksnelheid verhogen

Algemene tips
Instellingen voor Snelheid & Voortgang selecteren (Windows)

Volg de onderstaande instructies om de afdruksnelheid van uw printer te verhogen.

Algemene tips

Net zoals afdrukken in een hoge resolutie meer tijd kost dan afdrukken in een lage resolute, kost afdrukken in kleur meer tijd dan afdrukken in zwart-wit. Dit komt doordat in een kleurendocument veel meer gegevens moeten worden verwerkt. Houd hier rekening mee als u kleur gebruikt en tegelijk een hoge afdruksnelheid verlangt.

Maar ook als uw document veel kleur bevat en in de hoogste resolutie moet worden afgedrukt (bijvoorbeeld voor camera-ready-materiaal met kleurenfoto's), is het nog steeds mogelijk om de afdruksnelheid te verhogen. In dit geval kunt u namelijk enkele andere (afdruk)instellingen aanpassen. Houd er wel rekening mee dat aanpassing van bepaalde instellingen om de afdruksnelheid te verhogen kan betekenen dat de afdrukkwaliteit afneemt.

In de volgende tabel is te zien welke factoren welke gevolgen hebben op de afdruksnelheid en afdrukkwaliteit.

Afdrukkwaliteit
Afdruksnelheid

Lager
Sneller

Hoger
Langzamer

Printerinstellingen

Papier & Kwaliteitopties
(Windows),
Afdrukkwaliteit (Macintosh)

Zuinig, Normaal

Foto

Hoge snelheid

Aan

Uit

Afbeeldingskenmerken

Afbeeldingsgrootte

Klein

Groot

Resolutie

Laag

Hoog

In de volgende tabel staan alleen de factoren met betrekking tot de afdruksnelheid.

Afdruksnelheid

Sneller

Langzamer

Printerinstellingen

Afdrukstand/Richting

Staand

Liggend

Alleen zwarte inkt

Aan

Uit

Kleur**

Zwart

Kleur

Spiegel afbeelding*

Uit

Aan

Gladde rand*

Uit

Aan

PhotoEnhance

Uit

Aan

Sorteren*

Uit

Aan

Omgekeerde volgorde*

Uit

Aan

Hardwarebronnen

Systeemsnelheid

Sneller

Langzamer

Vrije ruimte op de vaste schijf

Veel

Weinig

Beschikbaar geheugen

Veel

Weinig

Softwarestatus

Actieve toepassingen

Eén

Veel

* Varieert afhankelijk van de printersoftware en toepassing.

** Afhankelijk van het afdrukmateriaal.

Instellingen voor Snelheid & Voortgang selecteren (Windows)

U kunt in het dialoogvenster Snelheid & Voortgang bepaalde opties instellen om de afdruksnelheid te verhogen. Klik op de knop Snelheid & Voortgang op het tabblad Hulpprogramma’s van de printersoftware. Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven.

Hoge-snelheidkopieën

Selecteer Hoge-snelheidkopieën als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken. De afdruksnelheid wordt verhoogd doordat bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een document de ruimte op de vaste schijf als cache wordt gebruikt.

Voortgangsbalk weergeven

Selecteer Voortgangsbalk weergeven als tijdens het afdrukken altijd de voortgangsbalk zichtbaar moet zijn.

EPSON Status Monitor 3 uitschakelen

Schakel dit selectievakje in om de printer niet te laten controleren door EPSON Status Monitor 3.

RAW-data altijd spoolen (Windows XP en 2000)

Schakel het selectievakje RAW-data altijd spoolen in als u wilt dat documenten van Windows NT-clients worden gespoold als RAW-bestand in plaats van EMF-bestand (metafile). (in windows nt-toepassingen wordt standaard emf gebruikt.)

U kunt deze optie ook gebruiken als documenten die als EMF-bestand zijn gespoold niet goed worden afgedrukt of als u problemen ondervindt door een tekort aan geheugen of schijfruimte.


Opmerking:

Bij spoolen met het gegevenstype RAW kan de voortgang die wordt weergegeven door de voortgangsbalk afwijken van de werkelijke voortgang.

Pagina genereren (Windows XP en 2000)

Schakel dit selectievakje in als het afdrukken extreem langzaam gaat of als de printkop tijdens het afdrukken enkele minuten stilstaat.


Opmerking:

Bij gebruik van deze functie kunnen de volgende problemen optreden:

  • De voortgang die wordt weergegeven in het venster van de voortgangsbalk kan afwijken van de werkelijke vorderingen.

  • Het kan iets langer duren voordat met afdrukken wordt begonnen.

Afdrukken als bitmap (Windows XP en 2000)

Schakel dit selectievakje in als het afdrukken extreem langzaam gaat of als de printkop tijdens het afdrukken enkele minuten stilstaat. Probeer deze optie als het probleem niet kan worden opgelost met RAW-data altijd spoolen of Pagina genereren.

EPSON-printerpoort (Windows Me, 98 en 95)

Voor printermodellen die zijn aangesloten op de parallelle poort schakelt u dit selectievakje in om de EPSON-printerpoort (geoptimaliseerd voor EPSON-printers) in te schakelen in plaats van de standaardprinterpoort van Windows. De gegevensoverdracht naar EPSON-printers wordt hierdoor versneld. Gebruikers van de parallelle poort kunnen de afdruksnelheid verder verhogen door DMA-overdracht in te schakelen, zoals hierna uitgelegd.

DMA-overdracht inschakelen

Als uw computer een parallelle poort heeft die ECP ondersteunt, kunt u DMA-overdracht inschakelen om het afdrukken te versnellen. Raadpleeg uw computerhandleiding als u niet weet of uw computer ECP en DMA-overdracht ondersteunt.

Zoek het bericht dat wordt weergegeven onder het selectievakje EPSON-printerpoort in de volgende tabel en voer de bijbehorende actie uit.

Bericht

Actie

Hoge-snelheidoverdracht via DMA
(directe geheugentoegang) is ingeschakeld.

DMA-overdracht is al ingeschakeld. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.

Gebruik DMA (directe geheugentoegang)
voor een snellere gegevensoverdracht.

Volg de instructies onder deze tabel om DMA-overdracht in te schakelen.

(Geen bericht)

DMA-overdracht is niet mogelijk bij de instelling van de parallelle poort op uw systeem. U kunt DMA-overdracht mogelijk wel gebruiken als u de instelling van de parallelle poort wijzigt in ECP of Enhanced via het Setup-programma voor uw computer-BIOS. Raadpleeg uw computerhandleiding of neem contact op met de fabrikant van uw computer voor instructies. Nadat u de instelling van de parallelle poort hebt gewijzigd, volgt u de instructies onder deze tabel om DMA-overdracht in te schakelen.

Opmerking:
Voordat u het Setup-programma voor het BIOS uitvoert, moet u de printersoftware verwijderen via het onderdeel Software van het Configuratiescherm. Nadat u het Setup-programma voor het BIOS hebt uitgevoerd, installeert u de printersoftware opnieuw.

Volg de onderstaande instructies om DMA-overdracht in te schakelen.

Dubbelklik op het pictogram Deze computer op het bureaublad en dubbelklik vervolgens op Configuratiescherm.

Dubbelklik op het pictogram Systeem (System) en klik op het tabblad Apparaatbeheer.

Dubbelklik op het pictogram Poorten (COM & LPT) en vervolgens op het pictogram LPT1. Als de printer is aangesloten op een andere poort dan LPT1, dubbelklikt u op het pictogram voor die poort.

Klik op het tabblad Bronnen en schakel het selectievakje Automatische instellingen gebruiken uit. Noteer de instelling voor Invoer-/uitvoerbereik die wordt weergegeven in het vak met broninstellingen.

Selecteer in de lijst Instellingen gebaseerd op een basisconfiguratie die dezelfde instelling voor Invoer-/uitvoerbereik heeft als de instelling die u in stap 4 hebt genoteerd. Zorg er bovendien voor dat het kanaal voor Directe geheugentoegang en de nummers voor Interrupt request zijn toegewezen en worden weergegeven. In de lijst met apparaten die een conflict veroorzaken dient Er zijn geen conflicten te worden weergegeven.

Klik op OK om de instellingen op te slaan.

Open het dialoogvenster Snelheid & Voortgang opnieuw om te controleren of DMA-overdracht nu is ingeschakeld.


Opmerking:

Op sommige computers kan DMA-overdracht niet worden gebruikt, ook al hebt u de bovenstaande stappen uitgevoerd. Neem contact op met de fabrikant van uw computer voor informatie over de mogelijkheid voor DMA-overdracht van uw computer.

Controlevoorkeursinstellingen

In het dialoogvenster Controlevoorkeursinstellingen kunt u de instellingen voor EPSON Status Monitor 3 wijzigen. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taakbalk en selecteer Controlevoorkeursinstellingen.

U kunt kiezen uit de instellingen uit de onderstaande tabel:

Waarschuwing selecteren

Hier worden de huidige instellingen voor foutmeldingen weergegeven.

Schakel het selectievakje in voor de typen fouten waarvoor u een melding wilt ontvangen.

Klik op Standaard als u voor alle opties onder Waarschuwing selecteren weer de standaardinstellingen wilt activeren.

Snelkoppelingspictogram selecteren

Schakel het selectievakje Snelkoppelingspictogram in en kies een pictogram als u een pictogram wilt weergeven op de taakbalk van Windows als snelkoppeling. U kunt op het snelkoppelingspictogram klikken om EPSON Status Monitor 3 te openen. Als u met de rechtermuisknop op het pictogram klikt, wordt een snelmenu weergegeven waarmee u bepaalde printerhulpprogramma's kunt openen.

Controle van gedeelde printers toestaan

Schakel dit selectievakje in als u controle van een gedeelde printer door andere computers wilt toestaan.