EPUSB1 is de USB-poort die wordt geconfigureerd wanneer u een EPSON-printer op de computer installeert. Deze fout kan worden veroorzaakt door een groot aantal factoren. Volg de onderstaande richtlijnen om het probleem te verhelpen:

• Controleer eerst of er geen rode lampjes branden op de printer. Is dit wel het geval, dan moet u de patroon met zwarte inkt vervangen. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de printer om het probleem te verhelpen. Als er een rood lampje brandt, gedraagt de printer zich alsof deze offline staat. Beide patronen moeten inkt bevatten. Klik op de volgende koppeling voor meer informatie:

Kan ik mijn EPSON Stylus printer nog steeds gebruiken als de kleurenpatroon leeg is?

• Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het groene gegevenslampje op de printer knippert, verwijdert u de verbindingskabel en schakelt u de printer uit en weer in.

• Controleer of u de printer met een USB-kabel hebt aangesloten op de computer. Als u een parallelle kabel gebruikt, is de driver niet goed geconfigureerd omdat in dat geval de LPT1-poort moet worden gebruikt voor het verzenden van gegevens. Klik op de volgende koppeling om te controleren welke interface u gebruikt:

Wat is het verschil tussen Parallel en USB?

• Via de eigenschappen van de driver configureert u de driver voor de juiste poort:

Win 9X/ME: klik op Start en kies Instellingen en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de desbetreffende printer en kies Eigenschappen. Klik op de tab Details en schakel bij Afdrukken naar de volgende poort de optie LPT1 in voor een parallelle verbinding en EPUSB1 voor een USB-verbinding.

Win 2000/XP: dubbelklik op Deze computer en vervolgens op Configuratiescherm. Dubbelklik op Printers en klik met de rechtermuisknop op de desbetreffende printer. Kies Eigenschappen en klik op de tab Poorten. Schakel LPT1 of EPS_LPT1 in voor een parallelle verbinding en USB00 voor een USB-verbinding.

• Windows 98/ME/XP: mogelijk wordt op de achtergrond van de computer een programma uitgevoerd dat communicatieproblemen veroorzaakt. Met het hulpprogramma MSCONFIG kunt u wijzigingen aanbrengen in de programma's die worden geladen bij het opstarten van de computer. U kunt deze programma's normaal blijven gebruiken, maar bij het opstarten worden geen geheugenbestanden meer geopend. U kunt dit probleem oplossen door de volgende instructies uit te voeren. De stabiliteit of de prestaties van de computer worden hierdoor niet beïnvloed. EPSON is echter op geen enkele wijze aansprakelijk voor technische kwesties of problemen die het gevolg zijn van het uitvoeren van deze handelingen. Bel uw computerleverancier zo nodig voor ondersteuning.

1. Klik op Start en kies Uitvoeren. Typ MSCONFIG en klik op OK.
2. Klik op de tab Opstarten en onthoud of noteer de opties die niet zijn ingeschakeld, zodat u de oorspronkelijke configuratie van de computer later zo nodig kunt herstellen. Klik vervolgens op de tab Algemeen, selecteer de optie Selectief opstarten en schakel het selectievakje Opstartonderdelen in het geheugen laden uit. Klik op Toepassen en op OK.
3. Als u wordt gevraagd of u de computer opnieuw wilt opstarten, klikt u op Nee en schakelt u de computer handmatig uit. Wacht een moment voor u de computer opnieuw inschakelt.
4. Probeer nu opnieuw af te drukken. Als het afdrukken nu zonder problemen verloopt, is een van de achtergrondprogramma's verantwoordelijk voor de communicatieproblemen. Als u niet wilt dat deze programma's op de achtergrond worden uitgevoerd, kunt u deze configuratie behouden.
5. Wilt u wel een programma op de achtergrond uitvoeren, dan moet u dit programma selecteren op het tabblad Opstarten in het hulpprogramma MSCONFIG. Wanneer u een programma configureert, hiervoor maximaal vijf opties per keer wijzigt en vervolgens test of de printer nog werkt, kunt u precies vaststellen welk programma verantwoordelijk is voor het probleem en het probleem eenvoudig verhelpen.
6. Als het probleem na het volgen van deze instructies niet is verholpen, selecteert u het keuzerondje Normaal opstarten en start u de computer opnieuw op om de oorspronkelijke configuratie van de computer te herstellen.

• Installeer de printerdriver opnieuw. Eerst moet u de installatie van de driver ongedaan maken. Klik op een van de volgende koppelingen voor de betreffende instructies:

Hoe maak ik de installatie van een printerdriver in Windows 98 en ME ongedaan?

of

Hoe maak ik de installatie van een printerdriver ongedaan in Windows 2000 en XP?

Installeer vervolgens de printer. Klik op de desbetreffende koppeling:

Hoe installeer ik een USB-printer in Windows 98 en ME?

of

Hoe installeer ik een USB-printer in Windows 2000 en XP?

Als de hier beschreven instructies geen uitkomst bieden, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt door de USB-hostcontroller. Klik op de volgende koppeling voor meer informatie en mogelijke oplossingen:

Hoe los ik problemen met de USB-chipset op?

Artikel: KB020096 Taal: Nederlands Produkt Reeks: Inkjet

Opslaan als PDF