EPSON

Configuratieproblemen

Kan geen verbinding maken met de router of het toegangspunt of kan de router of het toegangspunt niet vinden

Is verbinding mogelijk met de router of het toegangspunt voor draadloze verbinding?
Controleer op de computer of andere apparaten of draadloze verbinding mogelijk is.
Bevindt de printer zich te ver van het toegangspunt of bevindt zich een obstakel tussen de printer en het toegangspunt?
Plaats de printer dichter bij het toegangspunt of verwijder het obstakel.
Zijn toegangsbeperkingen ingesteld voor het toegangspunt?
Als toegangsbeperkingen zijn ingesteld voor het toegangspunt (draadloze router enzovoort), registreert u het MAC-adres of IP-adres van de printer bij het toegangspunt om communicatie toe te staan. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
Is de SSID (netwerknaam) verborgen op basis van de instellingen van het toegangspunt?
Als de optie voor het verbergen van de SSID is ingeschakeld op het toegangspunt, voert u de SSID in via het bedieningspaneel. Zie Printer instellen voor een Wi-Fi-netwerk via het bedieningspaneel.
Is het wachtwoord correct?
In het wachtwoord wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. Controleer of het ingevoerde wachtwoord klopt. Het wachtwoord kan met verschillende benamingen worden aangeduid, zoals WEP-sleutel of WEP-code, een WPA-wachtwoord of WPA-wachtzin, een Pre-Shared Key enzovoort. Dit kan per toegangspunt of beveiligingssysteem verschillen.
Zijn bruikbare kanalen voor draadloze verbinding beperkt op een WLAN-computer?
Bruikbare kanalen voor draadloze verbinding kunnen zijn beperkt op een computer die draadloos kan worden aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de computer of de kaart voor draadloze toegang om te controleren welke kanalen voor draadloze toegang bruikbaar zijn. Controleer of aanwezige kanalen voor draadloze toegang zijn ingesteld op het toegangspunt. Indien dit niet het geval is, wijzigt u het toegangspunt voor de kanalen voor draadloze toegang.
Is de netwerkadapter compatibel met de normen van deze printer?
Er bestaan verschillende normen, zoals 802.11/a, 802.11/b en 802.11/g voor Wi-Fi-apparatuur, en er wordt gewerkt met elektromagnetische golven op verschillende frequenties.
Bevat de SSID (netwerknaam) tekens die geen ASCII zijn?
Controleer of de SSID (netwerknaam) tekens bevat die geen ASCII zijn. De printer kan geen tekens weergeven die geen ASCII zijn.
Wordt het bericht "The combination of IP address and subnet mask is invalid. (Combinatie van IP-adres and subnetmasker is ongeldig.)" weergegeven?
Oplossing 1: Als uw breedbandrouter (of toegangspunt) een DHCP-functie heeft, moet u de instelling voor het IP-adres van de printer op Auto (Aut.) zetten. Zie Algemene netwerkinstellingen opgeven via het display.
Oplossing 2: Als u het IP-adres van de printer Manual (Handmatig) wilt instellen, stelt u het IP-adres en subnetmasker in zoals hieronder beschreven.
1. Controleer het IP-adres van de breedbandrouter die (of het toegangspunt dat) op uw computer is aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de breedbandrouter (of het toegangspunt).
2. Alle IP-adressen bestaan uit vier segmenten met getallen. Het laatste segment is een unieke numerieke waarde voor uw printer. Gebruik een waarde van 1 tot 254. (Wanneer de router een DHCP-server heeft of wanneer het netwerk een andere DHCP-server bevat, moet u een waarde gebruiken die niet in conflict komt met de adressen die door de DHCP-server worden toegewezen.)
Voorbeeld:
IP-adres van breedbandrouter: 192.168.1.1
Printer ingesteld op bijvoorbeeld: 192.168.1.3
Als subnetmasker wordt in kleinere netwerken meestal 255.255.255.0 gebruikt. Alle apparaten in het netwerk gebruiken deze waarde. Wanneer een waarde voor een gateway is ingesteld, moet u dezelfde waarde gebruiken als het IP-adres van de draadloze router.
Heeft uw computer meer dan één netwerkinterface?
Mogelijk kan de scanner niet communiceren met computers die over meerdere netwerkinterfaces beschikken. Voor de communicatie met de scanner moet u alle netwerkinterfaces van de computer uitschakelen, behalve die waarop de scanner is aangesloten.
Als TCP/IP wordt gebruikt, kunnen de computer en printer dan communiceren?
Controleer of een verbinding tot stand is gebracht. Zie Opdracht Ping.
Als TCP/IP wordt gebruikt, is het IP-adres dan afgestemd op uw omgeving?
De fabrieksinstelling kan niet als zodanig worden gebruikt. Als u dit IP-adres wilt gebruiken, moet u het adres eerst verwijderen en opnieuw invoeren. Wijzig het IP-adres van de printer op basis van uw omgeving.
Is de draadloze communicatie onderbroken of is de verbinding verbroken?
Zie Network Settings (Netwerkinstellingen) - Confirm Network Settings (Netwerkinstellingen bevestigen) op het bedieningspaneel van de printer. Als de verbinding is verbroken, start u de printer opnieuw op. Zie Printer instellen voor een Wi-Fi-netwerk via het bedieningspaneel voor meer informatie over het bedieningspaneel.
Is de printer juist aangesloten op het toegangspunt (draadloze router enzovoort)?
Zie Network Settings (Netwerkinstellingen) - Confirm Network Settings (Netwerkinstellingen bevestigen) op het bedieningspaneel van de printer om de Connection (Verbinding) te controleren. Als de verbinding is verbroken, controleert u het volgende:
Is het toegangspunt (draadloze router enzovoort) ingeschakeld?
Komen de Wi-Fi-instellingen overeen met de instellingen van het doeltoegangspunt (draadloze router enzovoort)?

Geen communicatie mogelijk in een Ethernet-netwerk

Is Wi-Fi Setup (Wi-Fi Installatie) ingesteld op Disable (Uitschakelen) op het bedieningspaneel?
Als deze optie is ingesteld op Enable (Inschakelen), kan geen communicatie tot stand worden gebracht in een Ethernet-netwerk. Stel de optie in op Disable (Uitschak.).
Is de communicatiemodus (verbindingssnelheid) van de printer afgestemd op de hub of router?
Controleer of de communicatiemodus van de printer juist is voor de hub of router.
Wordt het bericht "The combination of IP address and subnet mask is invalid. (Combinatie van IP-adres and subnetmasker is ongeldig.)" weergegeven?
Oplossing 1: Als uw breedbandrouter (of toegangspunt) een DHCP-functie heeft, moet u de instelling voor het IP-adres van de printer op Auto (Aut.) zetten. Zie Algemene netwerkinstellingen opgeven via het display.
Oplossing 2: Als u het IP-adres van de printer Manual (Handmatig) wilt instellen, stelt u het IP-adres en subnetmasker in zoals hieronder beschreven.
1. Controleer het IP-adres van de breedbandrouter die (of het toegangspunt dat) op uw computer is aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de breedbandrouter (of het toegangspunt).
2. Alle IP-adressen bestaan uit vier segmenten met getallen. Het laatste segment is een unieke numerieke waarde voor uw printer. Gebruik een waarde van 1 tot 254. (Wanneer de router een DHCP-server heeft of wanneer het netwerk een andere DHCP-server bevat, moet u een waarde gebruiken die niet in conflict komt met de adressen die door de DHCP-server worden toegewezen.)
Voorbeeld:
IP-adres van breedbandrouter: 192.168.1.1
Printer ingesteld op bijvoorbeeld: 192.168.1.3
Als subnetmasker wordt in kleinere netwerken meestal 255.255.255.0 gebruikt. Alle apparaten in het netwerk gebruiken deze waarde. Wanneer een waarde voor een gateway is ingesteld, moet u dezelfde waarde gebruiken als het IP-adres van de draadloze router.
Heeft uw computer meer dan één netwerkinterface?
Mogelijk kan de scanner niet communiceren met computers die over meerdere netwerkinterfaces beschikken. Voor de communicatie met de scanner moet u alle netwerkinterfaces van de computer uitschakelen, behalve die waarop de scanner is aangesloten.
Als TCP/IP wordt gebruikt, kunnen de computer en printer dan communiceren?
Controleer of een verbinding tot stand is gebracht. Zie Opdracht Ping.
Als TCP/IP wordt gebruikt, is het IP-adres dan afgestemd op uw omgeving?
De fabrieksinstelling kan niet als zodanig worden gebruikt. Als u dit IP-adres wilt gebruiken, moet u het adres eerst verwijderen en opnieuw invoeren. Wijzig het IP-adres van de printer op basis van uw omgeving.
Werken de hub, Ethernet-kabel enzovoort juist in een Ethernet-verbinding?
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het verbindingslampje van de hubpoort op de printer brandt/knippert. Als dit lampje niet brandt, probeert u het volgende:
1. Maak verbinding via een andere poort.
2. Maak verbinding via een andere hub.
3. Vervang de Ethernet-kabel.
Is de communicatiemodus (verbindingssnelheid) van de printer afgestemd op de hub of router?
Raadpleeg de volgende tabel om de communicatiemodi van de printer en de hub/router op elkaar af te stemmen. (De standaardcommunicatiemodus van de printer is Auto (Aut.)).
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de procedure voor het controleren/instellen van de communicatiemodus van de hub/router.
 
Instellingen hub/router
 
Automatisch
100Base-TX full-duplex
100Base-TX half-duplex
10Base-TX full-duplex
10Base-TX half-duplex
Printerinstellingen
Automatisch
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
100Base-TX full-duplex
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
100Base-TX half-duplex
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
10Base-TX full-duplex
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
10Base-TX half-duplex
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja: mogelijk Nee: niet mogelijk